De ins & outs van het nachtleven

 

Wel eens een avondje (of meerdere) doorhalen op jonge leeftijd, is voor velen de normaalste zaak van de wereld. Maar hoor jij als hartpatiënt ergens rekening mee te houden? Young & Yearning zocht het voor je uit.

 

Een dag festivallen, een avond stappen of beleef jij de beste, onvergetelijke momenten liever op een huisfeest? Afgezien van jouw keus van vermaak, zijn er punten waar je als hartpatiënt rekening mee moet houden. Een veel gehoord statement is ‘Maar dat is toch logisch?’ Helaas wordt de logica op het moment suprême wel eens vergeten. Een geheugensteuntje is geen overbodige luxe.

 

First things first

Afhankelijk van de hartaandoening zijn voor hartpatiënten bepaalde voorzorgsmaatregelen nodig. Niets dramatisch, maar wel noemenswaardig. So here it comes…

 

Pacemaker/ICD

Heeft in jouw lichaam een pacemaker of ICD een thuis gevonden? Zorg ervoor dat het een veilig heenkomen blijft voor jouw partner in crime. Oftewel; voorkom onnodige problemen indien mogelijk en vermijd metaaldetectoren. Maar ook mogelijke magnetische velden zoals bijvoorbeeld geluidsboxen. Moet je gefouilleerd worden? Houdt je identificatiepas bij de hand. En wanneer je dan eindelijk de heupen de vrije loop laat gaan op het ritme van de muziek, geniet, maar beperk het extreem zwaaien met de armen. Immers, niemand zit te wachten op een overbodige draadbreuk.

 

Medicijnen

Hartpatiënt of niet; ga verantwoordelijk om met alcohol. Maar wanneer je (hart)medicatie slikt, is het verstandig na te gaan of (en in hoeverre) een alcoholische versnapering is toegestaan. Twijfel je? Ga niet zelf op onderzoek uit, maar vraag het na bij de apotheker of huisarts. Speelt medicatie geen rol bij jouw hartaandoening? Alcohol kan alsnog extra risico’s met zich meebrengen in combinatie met andere omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan het uitlokken van een ritmestoornis. Ook hier geldt: bespreek alle vragen met je cardioloog.

 

Alarmpenning

Weiger je om een alarmpenning te dragen vanwege het suffe imago? Nergens voor nodig. Tegenwoordig zijn er alarmpenningen in alle soorten en maten. Van hippe, leren armbandjes tot en met kettingen met munten. Een alarmpenning zorgt ervoor dat je nog meer zorgeloos kan genieten, want in geval van nood staat hierop alle belangrijke informatie. Note to yourself: licht minstens één persoon uit jouw gezelschap in over jouw hartaandoening. And last but not least… noteer noodnummers in jouw telefoon onder een internanationaal bekende term zoals de afkorting ICE (In Case of Emergency).

 

EHBO-post

Gaat het tijdens het feesten toch niet zo goed? Schroom niet om dit aan te geven en de plaatselijke EHBO-post te bezoeken. Een check, check, dubbel check kan geen kwaad.

 

Gezond verstand

But most of all… geniet en leef jouw leven zoals jij dat voor ogen hebt, maar wel met enige dosis én vooral met gezond verstand. Onthoud dat voorkomen beter is dan genezen en daarom is het treffen van voorzorgsmaatregelen op z’n plaats. Leer je lichaam kennen en pas jezelf, waar nodig, aan. En heb je na het feest rust nodig? Geef het aan. Kort gezegd, loop jezelf niet voorbij. Dat vergt moed, maar getuigt van een echte winnaarsmentaliteit. Uiteindelijk kun je op deze manier genieten, maar betaal je daarvoor na afloop niet de hoofdprijs.

 

Lotgenoten aan het woord

Hartfalen

 

Niels Colijn (28)

‘Toen ik vorig jaar mei ineens getroffen werd door een hartstilstand en daarna geopereerd werd om een ICD te plaatsen, dacht ik dat het station ‘uitgaan & festivals’ definitief gepasseerd was. In de eerste paar weken na de operatie heb ik daarom ook geen druppel alcohol gedronken, maar aangezien de zomer eraan kwam (en wat is er nou fijner dan te genieten van een biertje op het terras?) heb ik toch maar weer voorzichtig iets geprobeerd. Mijn lichaam reageert daar gelukkig goed op: ik kan nog gewoon alles drinken en ga ook nog regelmatig uit. Als ik een keertje ‘wat meer’ gedronken heb, dan merk ik wel dat ik daar twee à drie dagen van moet bijkomen. Een alarmpenning heb ik niet, omdat ik meestal met vrienden ga die wel weten wat er speelt. Festivals heb ik sinds mijn ICD nog niet geprobeerd, maar daar ga ik mijzelf komende maand aan wagen!’

 

Hartstilstand

 

Rianne van Veluw (22)

‘Vroeger ging ik vaak uit, maar nadat ik op mijn zeventiende een hartstilstand kreeg, ontwijk ik drukke plekken. Ik kan niet meer goed tegen drukte. Op een verjaardag begrijpen mensen meestal waarom ik op tijd naar huis ga. Als ik uitging, moest ik een week bijkomen. Hetzelfde geldt voor alcohol. Na een glas wijn merk ik al verschil, dus ik hou er rekening mee. Daarnaast gaat het ook niet goed samen met mijn medicatie. Als ik ergens heen ga, heb ik altijd mijn ICD-pas bij mij en staan de noodnummers  bij mijn vriend en mij in de telefoon. Zonder hem ga ik nooit weg, want hij weet wat te doen in geval van nood. Verder is mijn leven niet veel veranderd sinds ik mijn ICD heb, behalve dat mensen het soms niet begrijpen als ik niet uitga (of wil).’

De eerste ontledingen van het hart

 

In de eerste eeuwen na Christus meenden dokters met hun uiterst beperkte inzichten en aannames van die tijd dat de menselijke bloedsomloop een eb en vloed kende, net zoals de  zeeën en oceanen. Maar ook, dat in het hart de menselijke ziel huisde. Een zienswijze die al snel moest plaatsmaken voor een andere veronderstelling, namelijk dat het innerlijk vuur van de mens in het hart kon vlammen.

 

En dát klinkt niet eens zo vreemd, gezien de talrijke zegswijzen waarin het hoog oplaaiend ‘hartenvuur’ (bijvoorbeeld tussen geliefden) in onze taal voor komt. Zoals: ‘Ontvlammende liefde maakt het hoofd onrustig’, maar ook ‘Het is met onze hartstochten als met vuur en water: het zijn goede dienaars, maar slechte meesters’.

 

Vele honderden jaren, zelfs tot ver in de 16e eeuw, bleven deze verkeerde inzichten over het hart als onbetwistbare waarheden bestaan. Ethische en religieuze overwegingen weerhielden eeuwenlang dokters om het menselijke lichaam te openen. Het was een taboe, heiligschennis, een stap te ver. Pas toen het mensenhart voor het eerst nader werd bekeken, zelfs werd geopend en men de inwendige structuur ervan kon bekijken, toen werd al snel duidelijk dat veel van die eerdere denkbeelden nooit juist waren geweest.

 

Met de beschrijvingen van het hart door de Italiaanse filosoof, mathematicus, scheikundige en onderzoeker Leonardo da Vinci (1452-1519) begon de vorming van de eerste cardiologische feiten waarvan de basis ook nog vandaag geldt. Als scherp waarnemer maakte Da Vinci uiterst secure, waarheidsgetrouwe afbeeldingen van het hart, begenadigd tekenaar en schilder als hij ook was. Zijn tekeningen van het hart staan afgedrukt in het beroemde boek Quaderni d’Anatomia IV. In zijn korte teksten bij de wonderlijke knappe illustratie beschrijft hij het hart als een dikke holle spier, die door andere dunnere spieren – de bloedvaten – via een slagader worden gevoed met bloed.

 

Hoewel Leonarda da Vinci de werkelijkheid fabelachtig knap benaderde en daarmee een heel ander menselijk hart liet zien dan velen ooit hadden gedacht, omschreef de Belgische arts en anatoom Andreas Vesalius (1514-1564, ook bekend onder de zeer Nederlands klinkende naam Andries van Wesel) het hart op de vandaag de dag nog immer als correct geldende wijze. Een prestatie van formaat van Vesialius (geboren in Belgisch Brabant en overleden in Griekenland), hij wordt dan ook gezien als de ‘vader van de moderne anatomie’.

 

Niet alleen omdat hij het hart minutieus in woorden vatte en als allereerste medicus zelfs de term ‘bloedsomloop’ introduceerde, maar ook omdat hij in 1543 een absoluut meesterwerk schreef over de structuur van het lichaam van de mens: de ‘Humani corporis fabrica libri septem’. Een standaardwerk in zeven delen met gedetailleerde beschrijvingen en illustraties van Italiaanse tekenaars, gebaseerd op het publieke opensnijden van lijken van ter dood veroordeelde gevangenen in de Italiaanse stad Padua.

De Belgische krant De Standaard meldde in november 2014 een even opmerkelijk als luguber voorval bij een ontleding: ‘Toen Vesalius bij één van zijn patiënten van adel het overlijden vaststelde, pleegde hij een dissectie op diens lichaam. Tot zijn grote consternatie zag hij gedurende de sectie dat het hart van de edelman nog klopte. Daarop werd hij aangeklaagd voor moord. Hij kon enkel de doodstraf ontlopen dankzij de gratie van de koning. Hij kreeg wel een boetedoening opgelegd: een pelgrimstocht naar Jeruzalem.’

Close up of Old anatomy drawings by Leonardo Da Vinci

Blijven doorgaan

 

In 2012 staat de toen 30-jarige Peggy Sterken op een zomerse dag te genieten van een outdoor festival. Er is geen vuiltje aan de lucht. Maar dan slaat het noodlot onverwachts toe. Zij krijgt een levensbedreigende hartritmestoornis. In plaats van bij de pakken neer te zitten, bezoekt zij steevast jaarlijks hetzelfde festival; om het leven te vieren…

 

 

Peggy is geboren met een hartafwijking. Toen ze een paar maanden oud was, is ontdekt dat ze een zeldzame transpositie van de grote vaten heeft. Daarnaast is zij behandeld voor een atriumseptumdefect (een gat in het tussenschot van de boezems van het hart). Later blijkt zij ook een zeldzame afwijking aan de pulmonalisklep te hebben, waardoor het bloed vanuit de rechterklep niet goed naar de longen stroomt. Inmiddels is Peggy vier nieuwe hartkleppen verder, waarvan de laatste in 2015 is geplaatst.

 

(Onverwachte) gevolgen

Ondanks haar aangeboren hartafwijkingen, voelde Peggy zich niet belemmerd in haar leven. Het enige merkbare waren haar hartritmestoornissen: ‘Door het vele opereren is littekenweefsel ontstaan in mijn hart. Hierdoor heb ik op den duur last gekregen van ritmestoornissen. Deze zijn zodanig hevig, dat ik meerdere malen met een hartslag van 250 slagen per minuut naar de spoedeisende hulp ben geweest. De hartritmestoornissen werden verholpen door mij een roesje te geven en vervolgens defibrillatie toe te passen.’

 

De echte gevolgen werden zichtbaar op 2 juli 2012: ‘Mijn leven is op die dag drastisch veranderd. Ik was op een festival en op het moment dat ik richting de toiletten liep, kreeg ik een hartritmestoornis. Mijn vriend kon ik niet bereiken en teruglopen was geen optie, want ik voelde dat het steeds slechter met mij ging.’

 

Peggy raakt niet in paniek, maar blijft helder nadenken. Hierdoor heeft zij zichzelf geholpen om op tijd de juiste hulp te ontvangen: ‘Ik ben naar iemand van de organisatie toegelopen en uitgelegd wat er aan de hand was. Zij hebben mij naar een EHBO-post op het terrein gebracht.’

 

Toeters en bellen

Eenmaal daar aangekomen en aangesloten op de hartmonitor gingen alle alarmbellen af: ‘Ik had een levensbedreigende hartritmestoornis vanuit mijn hartkamers. Mijn ouders en vriend zijn met spoed gebeld. Zelf voelde ik dat het steeds slechter met mij ging. Zelfs zo slecht dat ik het gevoel had dat ik zou sterven. Ik was bang dat mijn ouders en vriend te laat zouden komen.’

 

Uiteindelijk arriveren Peggy’s naasten op tijd: ‘Dat was heel erg emotioneel.’ Veel tijd voor emoties is er echter niet, want met veel toeters en bellen wordt zij per ambulance naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gebracht: ‘Daar is met medicatie geprobeerd mijn normale hartritme terug te krijgen. Toen de artsen hierin niet slaagden, is er weer besloten om mij een roesje te geven en het met de defibrillator te proberen.’

 

Dat moment staat Peggy nog steeds op haar netvlies gegrift: ‘Ik dacht dat ik niet meer wakker zou worden. Mijn ouders en mijn vriend keken mij aan en knikten (onbewust) nee. Zij dachten ook dat ik het niet zou halen. Wij hebben dus min of meer afscheid genomen. Dat moment vergeet ik nooit meer en deze film speelt zich nog dagelijks af in mijn hoofd.’

 

Change of mind

Maar Peggy wordt wel wakker. Zij wordt overgeplaatst naar haar eigen ziekenhuis en daar wordt de ernst van de situatie duidelijk: ‘Als ik een half uur later in het ziekenhuis was aangekomen, dan had ik het niet overleefd.’ Een paar dagen later, op de verjaardag van haar vriend, wordt een ICD geïmplanteerd.

 

Van een onbezorgde jonge vrouw, leeft Peggy plots in pure angst: ‘Mijn leven was vanuit het niets veranderd. Het accepteren van de ICD vond ik moeilijk en nog steeds heb ik er soms moeite mee. Maar tegelijkertijd leer ik ermee leven. Dat komt mede doordat in 2013 mijn ICD voor het eerst reageerde bij een hartritmestoornis.’

 

Zij vertelt: ‘Ik merkte er niet veel van, behalve het feit dat ik het gevoel had dat ik ging flauwvallen. Mijn thuismonitor heeft alle gegevens naar het ziekenhuis verstuurd. Vanuit het ziekenhuis is direct gebeld om navraag te doen en uitleg te verschaffen. Toen pas besefte ik de waarde van mijn ICD. Na deze gebeurtenis heb ik een heel andere kijk op het leven gekregen. Ik geniet (nog) meer. Zelfs van de kleine dingen.’

 

Vallen en weer opstaan

Wanneer Peggy afgelopen oktober een nieuwe hartklep krijgt via een hartkatheterisatie, heeft zij bij voorbaat al een naar voorgevoel. Dit blijkt terecht: ‘Nadat de hartklep geplaatst was, kreeg ik een hartstilstand. Ondanks mijn ICD, ben ik gereanimeerd.’

 

Eenmaal uit de narcose, hoort zij wat er is voorgevallen: ‘Het is niet te bevatten. Ik was ervan op de hoogte dat ik een risico liep, maar dit had ik niet verwacht. Inmiddels ben ik een half jaar verder en het gaat goed met mij. Vanzelfsprekend heb ik soms mindere dagen, maar dat hoort erbij.’

 

Zij vervolgt: ‘Ik blijf positief en geniet met volle overtuiging van alles. Mijn geweldige familie en fantastische vriend helpen mij hierin enorm. En elk jaar kijk ik weer vol goede moed uit naar het festival dat mijn leven veranderde…’

Zoenen & meer tips tegen hooikoorts

 

De kriebels van hooikoorts? Mensen die er flink last van hebben, zien vaak op tegen de lente en de zomer. De natuur springt vrolijk in bloei, het stuifmeel gaat in de maak. Hooikoorts is een allergische reactie van de slijmvliezen op stuifmeeldeeltjes of pollen. Mogelijke gevolgen? Geïrriteerde ogen, loopneus, niesbuien, een jeukend gehemelte, benauwdheid, huiduitslag, hoofdpijn en vermoeidheid. Hoe voorkomt of verlicht u de last? HartbrugReizen geeft tien tips.

 

Vraag een arts de diagnose hooikoorts te stellen

Bent u niet zeker van hooikoorts, dan kan het eigenhandig gebruik van hooikoortsmedicijnen gevaarlijk zijn. U kunt dan ook weinig met onze tips.

 

Laat uitzoeken voor welke pollen u precies allergisch bent

Hooikoorts is zo’n verzamelterm die nauwelijks praktische handvatten biedt. Vooral graspollen geven reacties, maar u kunt ook voor pollen van bomen, bloemen of kruiden allergisch zijn. Als u specifiekere informatie hebt, kunt u contact makkelijker vermijden, bijvoorbeeld door de bloeiperiodes van ‘uw’ gewas in de gaten te houden.

 

Houd rekening met het weer

Bij zonnig, droog weer staat er meer in bloei en met een beetje wind erbij is de hoeveelheid stuifmeel in de lucht doorgaans erg hoog. Blijf binnen, indien mogelijk, of  ga ‘s ochtends op stap. In de middag en de avond is de pollenconcentratie op zijn hoogst. Een flinke regenbui kan de hoeveelheid stuifmeel doen afnemen; de lucht wordt als het ware schoongespoeld. Om contact met pollen te minimaliseren is het speciale hooikoortsweerbericht wel nuttiger dan het gewone weerbericht. Een multidisciplinair team van wetenschappers geeft op www.pollennieuws.nl actuele informatie over de soorten pollen die in de lucht hangen.

 

Houd uw huis en auto zoveel mogelijk dicht

Het leefdomein van een hooikoortspatiënt kan beter geen open huis voor pollen zijn. Wilt u toch wat frisse lucht? Open dan ramen waar geen wind op staat of zet er antipollenhorren voor. Lucht uw huis op momenten met minder stuifmeel in de buitenlucht. Houd in de zomer in ieder geval het slaapkamerraam dicht. De stuifmeel die toch binnenkomt, slaat uiteindelijk neer op de grond. Stofzuig die regelmatig met een stofzuiger met goede filters. Pas ook in de auto op met open ramen en het ventilatiesysteem.

 

Houd uw lijf en kleding schoon

Stuifmeel blijft makkelijk in uw haren of kleren hangen. Die moet u dus extra schoonhouden. Als u buiten in aanraking bent geweest met pollen, doe dan bij thuiskomst uw kleren gelijk in de was. Trek uw kleren in de douche, niet in de slaapkamer uit. Hang kleding niet buiten te drogen. Neem voor het slapen een douche. Was en borstel uw haar daarbij regelmatig. En tja, het is lastig, maar uw huisgenoten, inclusief harige huisdieren, moeten eigenlijk op dezelfde manier schoon blijven.

 

Ogen kunt u buiten extra beschermen met een zonnebril, het liefst eentje die goed om de ogen sluit. Sommige patiënten hebben er baat bij om vaseline rond de ogen en neusgaten te smeren. De vaseline werkt zogezegd als een pollenvanger. Toch last van jeukende ogen? Wrijf er niet in! U wrijft de pollen op uw ogen en op uw handen dan nog extra in. Leg liever een nat washandje op uw ogen. Was uw handen sowieso vaak.

 

Stem de inrichting van de tuin af op uw allergie

Een grasmat, een berkenboom, bloembedden of een kruidentuin zijn niet fijn als u allergisch bent voor de pollen die ze voortbrengen. Wie gaat ook het gras maaien?

 

Gebruik medicatie met beleid

Medicatiegebruik is af te raden zonder diagnose en overleg met een huisarts. Anti-hooikoortsmiddelen (tabletten, neusspray en oogdruppels) kunnen bij- of wisselwerkingen met andere medicijnen of alcohol geven. Het gebruik van sommige hooikoortsmedicijnen moet bovendien zeer zorgvuldig, in de juiste dosis, gebeuren. Bij een te hoge dosis kunnen hartkloppingen optreden. Bij andere medicijnen is het tijdstip van inname (weken voor de pollenuitbraak) een aandachtspunt.

 

 

Kies zorgvuldig uw vakantiebestemmingen

Aan zee en in de bergen hangen de minste pollen in de lucht. In droge gebieden zijn de stuifmeelconcentraties lager dan in regio’s met een gematigd, vochtig klimaat. Steden zijn ook zo gek nog niet: de concentratie pollen is er drie tot vijf keer lager dan op het platteland. In de buurt van drukke wegen is het wel weer oppassen. Auto’s zorgen voor luchtwervelingen die pollen meenemen. Probeer daarbij uit te vinden wat er zoal bloeit op uw bestemming en wanneer. Kamperen of picknicken is vaak minder handig. Wandelen in bossen ook. In bossen blijven pollen meer hangen.

 

Pas op met prikkelende stoffen

Bepaalde stoffen en geuren kunnen hooikoortsklachten verergeren. Probeer contact met tabaksrook, verflucht en huisstof te vermijden. Pas ook op met chloor, ammoniak, parfum, haarlak, uitlaatgassen en sterk geurende planten of bloemen.

 

Houd uw voeding in de gaten

Voeding werkt niet tegen hooikoorts. In de volksmond kan honing de weerstand tegen pollen versterken, omdat het zelf vaak pollen bevat, maar wees hiermee voorzichtig. Los hiervan kan hooikoorts zelf een allergische reactie veroorzaken. Dit heet een kruisallergie: de ene allergie roept de andere op. Stuifmeelpollen lijken erg op bepaalde stoffen uit plantaardige producten als groenten, fruit, peulvruchten, kruiden, specerijen en noten. Daar kan het lichaam dan ook heftig op gaan reageren. Raadpleeg indien nodig een diëtist.

 

Bonustip: Zoen vaker en langer!

Japans onderzoek wees uit dat een half uur zoenen hooikoortsklachten aanzienlijk doet verminderen. Dat komt omdat de productie van histamine, de veroorzaker van de allergische reactie, erdoor afneemt. Zeker een opsteker voor uw humeur!

Wat u niet wilt dat u geschiedt

 

Behandel anderen zoals u zelf behandeld had willen worden. Dat is volgens de Engelse arts Penny Sartori de voornaamste les die zij heeft getrokken uit haar jarenlange werk op de intensive care (IC) van een ziekenhuis. Daar kwam ze in aanraking met patiënten die haar vertelden over hun bijna-doodervaringen, kortweg BDE’s genoemd. Het voornaamste wat we van deze ervaringen kunnen leren is het aloude ‘Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’, laat ze weten.

 

Ze begon als verpleegkundige op de IC in een Engels ziekenhuis. In 1995 maakte ze daar iets mee dat haar hele leven zou veranderen. Ze verzorgde een man, die duidelijk stervende was, schrijft ze in haar onlangs gepubliceerde boek ‘Levensvreugde na BDE’s’.  Zij kende de man goed, hij lag al veertien weken op de IC. Hoewel de patiënt niet kon praten omdat hij via zijn luchtpijp was verbonden met een beademingsapparaat, sprak uit de ogen in zijn van pijn verwrongen gelaat maar één smekende boodschap, aldus Penny: ‘Laat me met rust, laat me in vrede sterven, laat me toch sterven.’ Die ervaring veranderde haar leven. Het almaar rekken van levens, iets wat patiënten als een marteling ervaren, was voor haar niet langer ‘normaal’. Zeker niet toen steeds meer patiënten haar vertelden over wat ze hadden meegemaakt toen ze dood gingen, maar bijvoorbeeld na reanimatie weer tot leven werden gewekt. Daarover schreef ze haar boek, vol verhalen van mensen die terugkeerden uit een andere wereld, meestal een wereld vol schoonheid, vrede, liefde en waar geen pijn was. Terug op ‘aarde’ bleken deze mensen alle angst voor de dood kwijt te zijn. Integendeel, ze weten dat de dood een bevrijding is, iets heel moois.

 

Al sinds 1975 wordt er geschreven over BDE’s. De afgelopen decennia pruttelden artsen, wetenschappers en specialisten tegen, het zou gaan om hallucinaties van een stervend brein. Maar recent wetenschappelijk onderzoek in ziekenhuizen bewijst dat deze stervenservaringen echt zijn, ook al kunnen wij ze niet verklaren, aldus Sartori. We kunnen er kortom niet meer omheen. Er ís leven na de dood.

 

Penny Sartori was verpleegkundige (later werd zij arts) die van haar ziekenhuis toestemming kreeg een jarenlang onderzoek uit te voeren naar bijna-doodervaringen. De vruchten van dat onderzoek publiceert ze in haar boek.

 

Dr. Sartori was graag bereid vragen van Hartbrug-Magazine te beantwoorden. Heel belangrijk is dat mensen al tijdens hun gezonde leven rekening gaan houden met hun aanstaande dood, laat ze desgevraagd weten. Al was het maar omdat je nooit kunt weten wanneer het moment daar is. In onze maatschappij is de dood helaas taboe. En dus denken we er niet over na. Ook niet over onze eigen dood, of die van onze geliefden. Klopt de dood dan aan onze deur, dan raken we volledig in paniek en weten niet meer wat te doen. Dat alleen al is al beangstigend, aldus Sartori. ‘Als verpleegkundige op de IC heb ik maar al te vaak meegemaakt hoe mensen dood kunnen gaan op het moment waarop ze dat het minst verwachten’, weet Sartori. ‘Mensen zijn bang omdat ze niet weten wat hen te wachten staat. Mensen die een bijna-doodervaring hadden, zeggen naderhand dat hun angst voor de dood is verdwenen.’

 

Vlak voor mensen sterven, zien ze in een flits hun hele leven aan zich voorbij trekken. Mensen die terugkeren na een bijna doodervaring vertellen hierover vaak. ‘Wat ik mensen zou willen voorhouden is: wat voor zin heeft het afdraaien van de complete levensfilm vlak voor je dood? Want dat gebeurt. Dat kan alleen maar zin hebben omdat je er iets van leert, en bedoeld is om je gedrag te veranderen. Als de dood het eind zou betekenen, waarom dan zo’n ‘film’ op het eind van je leven?’

 

‘Sinds ik me bezig houd met bijna-doodervaringen word ik geconfronteerd met mijn eigen sterfelijkheid, en dat heeft me geholpen het leven meer te waarderen! Ik leef nu meer in het moment, hier en nu, dan vroeger. Ik ben er heilig van overtuigd dat wanneer we meer leren over de dood we ook meer leren over het leven.’

 

Ze vertelt hoe ze 20 jaar geleden een routinematig leven leidde ‘zoals iedereen’, huisje-boompje-beestje, boodschappen doen, koken, huishouden, werken. Dingen dus die niet echt een betekenis hadden. Ze dacht er niet over na en ging er van uit dat haar vrienden, familieleden en geliefden het eeuwige leven hebben, zoals zo veel mensen aannemen. ‘Ik had nergens echt diep over nagedacht’, vertelt ze. ‘Na de dood bestudeerd te hebben en veel mensen gesproken te hebben die een bijna-doodervaring hadden, kijk ik heel anders tegen het leven aan.’

 

‘Het is belangrijk dat we meer controle kunnen hebben over het moment van onze dood dan we ons realiseren. We kunnen ons op onze dood voorbereiden op om het even welke leeftijd, ook al zijn we jong en gezond. Ik vind het belangrijk te denken over een ‘doodsplan’: waar wil je sterven, wie moet daarbij zijn, wil je muziek horen etc.’

 

Penny Sartori

Op jezelf, hoe en wat?

 

Je bent hartpatiënt(e) en jong. Afgezien van jouw hartaandoening, wil jij in deze levensfase soortgelijke stappen ondernemen als jouw leeftijdsgenoten. Al enige tijd loop je rond met het idee om het ouderlijk nest te verlaten en de spreekwoordelijke vleugels uit te slaan. Maar hoe? En waar moet je rekening mee houden… Young & Yearning helpt je op weg.

 

Balans 

First things first; maak een financiële maandbalans gebaseerd op jouw huidige inkomsten en bijbehorende maandelijkse en jaarlijkse vaste lasten. Een balans zorgt voor een overzichtelijk uitgavenpatroon met inzicht in het te besteden en/of te sparen vermogen. Hierna volgt een gericht plan van aanpak waarin op basis van jouw inkomsten de mogelijkheid tot huren, dan wel kopen, duidelijk wordt. Vervolgens maak je een hypothetische financiële (maand)balans waarin de bijkomende vaste lasten met betrekking tot zelfstandig wonen worden vermeld.

 

Denk aan vaste lasten zoals het maandelijks te besteden bedrag aan huur/hypotheek, water-, gas- en elektriciteitskosten en een televisie- en telefoonabonnement. Evenals een zorgverzekering, hoort een inboedel- en aansprakelijkheidsverzekering bij de af te sluiten verzekeringen. Een uitvaartverzekering wordt onterecht vaak vergeten. Verder zijn er jaarlijkse vaste lasten die niet onvermeld mogen blijven. Jaarlijks betaal je aan de gemeente een zogeheten riool- en reinigingsheffing en onroerendgoedbelasting. Aan het waterschap een waterzuiverings- en ingezetenheffing.

 

Maar daarmee is jouw balans niet af. Per maand dient een vast bedrag gereserveerd te worden voor boodschappen, persoonlijke en huishoudelijke hygiëne en overige, maar ook onvoorziene kosten. Nibud  rekent een gemiddelde van € 5,90 –  € 6,48 per dag, oftewel € 41,30 – € 45,36 per week. Dit bedrag omvat het eerdergenoemde boodschappengeld, maar ook persoonlijke uitgaven als huishoudelijke hygiëne en overige. Onder overige vallen onder andere uitstapjes en cadeaus.

 

Tot slot wordt aanbevolen om per maand een bedrag opzij te leggen voor onvoorziene kosten en indien mogelijk te sparen voor op de lange termijn. Nibud rekent voor onvoorziene kosten € 65,- per alleenstaande. Onder onvoorziene kosten valt het vervangen van huishoudelijke apparatuur en meubels, maar ook medische kosten en bijvoorbeeld kleding. Raak je hierdoor ontmoedigd? Don’t worry! Het is niet meer dan normaal dat je als starter niet direct alles tot in de puntjes hebt geregeld.

 

 

Toeslagen & kwijtschelding

Afhankelijk van jouw inkomen heb je mogelijk recht op aanvullende toeslagen. Verschillende toeslagvormen zijn bijvoorbeeld zorg-, huur-, woonkosten- en kinderopvangtoeslag, maar ook kindgebonden budget. Check hiervoor de website van de Belastingdienst.

Indien jouw inkomsten vanwege een totale of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, onder het sociaal minimum uitkomen, verschaft het UWV tevens een toeslag. Dit is wel afhankelijk van jouw woonsituatie. Mocht je hiervoor in aanmerking komen, dan bestaat tevens de kans dat je een kwijtschelding ontvangt voor het betalen van de eerdergenoemde jaarlijkse gemeente- en waterschapsbelasting.

 

Extra hulp

Loop je alsnog vast? Schroom niet om bij jouw gemeente te checken welke hulpvormen zij aanbieden. Dit kan variëren van extra geld bij een laag inkomen in de vorm van heffingskorting, een collectieve zorgverzekering en een individuele inkomenstoeslag, maar ook hulp in de vorm van zorg en advies zoals bijvoorbeeld de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). De WMO is er onder andere voor hulp in het huishouden.

 

Ligt het probleem niet in financiële wateren, maar is het puur fysiek en ervaar je aankloppen bij de gemeente als een barrière? Vraag dan indien mogelijk hulp aan familie en/of vrienden. Niets om je voor te schamen! Sterker nog, vaak zijn zij meer dan welwillend om te helpen, maar deinzen zij terug om als eerste hulp aan te bieden omdat zij jou daarmee niet onbedoeld op de tenen willen trappen.

 

Take it easy

De geldende gouden regel is om niets te overhaasten. Blijkt na een balansberekening dat het momenteel lastig is om op jezelf te gaan? No stress! Probeer het later weer. Onthoud dat de eerste stap voordat je überhaupt op huizenjacht gaat, te allen tijde het maken van een financieel overzicht is, inclusief het berekenen van alle mogelijke toeslagen en kwijtscheldingen. En wanneer de dag daar is en het even niet gaat; vraag om hulp!

 

Benieuwd naar de ervaringen van lotgenoten?

Manuela en Joyce delen hun verhaal.

 

Joyce de Roo (29): ‘Vanaf mijn 22ste woon ik op mezelf. Voorheen werkte ik vijftig uur per week en sportte daarnaast vier uur in de week. Na een hartinfarct is dat drastisch veranderd. Ik ben bijvoorbeeld niet meer in staat om zelf het huishouden te doen en krijg daarbij hulp van mijn ouders. Van stofzuigen tot de was ophangen; het kost mij zoveel energie. Dit geldt ook voor boodschappen doen. Tijdens het douchen houd ik zelfs een kruk bij de hand om op adem te kunnen komen. Concluderend valt het mij erg zwaar om zelfstandig te wonen ondanks de vele hulp die ik van mijn ouders krijg.’

 

 

Manuela van Meer-Otto (22): ‘Vanwege mijn hartaandoening was het niet mogelijk om op mijn naam een hypotheek af te sluiten. Gelukkig waren wij in staat om op mijn mans naam te kopen. Hierdoor bleef ik buiten schot. Inmiddels is ons gezin uitgebreid. Met een dreumes in huis, is het in combinatie met mijn problemen omtrent mijn hart, zwaarder dan eerst.’

Misverstanden van het hart

 

Het toeval heeft vele eeuwen lang de kennis over hart- en vaatziekten bepaald. Men dacht te begrijpen wat men met het blote oog kon zien. Het inzicht van de medicijnman of de chirurgijn bleek echter meestal een slag in de lucht, achteraf bezien dan. Of erger nog: een waanidee van een persoon die zich uitgaf als genezer, en die dat soms zelfs ook nog geloofde… Arme patiënt van toen!

 

Lang hebben dan ook tal van gedachtenfouten over de werking van het menselijk hart rampen veroorzaakt. Dat is de gezondheidswerkers van heel lang geleden niet echt kwalijk te nemen, ze wisten gewoon niet beter.

 

Nú kijken we moeiteloos naar het levende hart. Harten en bloedvatstelsels worden zelfs als 3-dimensionale ‘real time’ hologrammen tevoorschijn getoverd.

 

Maar in het Egypte van zo’n 1500 v. Chr. werd een hart pas geruime tijd na de mummificering van het lichaam oppervlakkig bekeken. En dan waren er inmiddels tal van veranderingen in opgetreden, zoals de omvang ervan. Zó ontstond toen de gedachte dat het hart de eerste tientallen jaren van het leven groeide, om daarna snel te krimpen. Dat het hart ín de mummie was ingedroogd door verdamping van lichaamsvocht, nee daar stond men niet bij stil, daar werd geen moment aan gedacht.

 

De oude Egyptenaren leefden bovendien in de veronderstelling dat zich in hun lichaam een keurig rechtlijnig systeem van kanalen bevond. Die zouden zorgen voor het transport van hun bloed en voedingsstoffen naar alle organen op moeilijk bereikbare plekken in het lichaam. Zo ongeveer als de kanalen waarmee hun landerijen werden bevloeid.

 

Honderden jaren verder in de tijd, omstreeks 500 jaar voor Christus, werd voor het eerst lichamelijk onderzoek gedaan bij overledenen. Niet op grote schaal, maar door een enkeling. Zoals door de Griekse filosoof en medisch theoreticus Alcmaeon van Croton (uitspraak: Alkmaíon). Hij was leerling van de eveneens Griekse wiskundige en wijsgeer Pythagoras. Alcmaeon wilde álles weten, hij was een niet alleen geïnteresseerd in meteorologie, astrologie en filosofie maar ook in geneeskunde. Zo ontdekte hij het bestaan van verschillende soorten bloedvaten, de slagader en de ader, en zag ook in dat het hart een spier was. Toch maakte ook hij een denkfout: hij meende ten onrechte dat tijdens de slaap de bloedtoevoer naar de slagaders stopte en zich daaruit terugtrok…

 

Zelfs de Griekse arts Hippocrates (460-377 v. Chr.), wier eed van trouw aan de geneeskunde nog altijd door nieuwe artsen wordt gezworen, maakte een denkfoutje: hij meende dat de hartslag in onze polsslagader door het bloedvat zelf wordt veroorzaakt – en niet door het hart.

 

En zo waren er meer wijsgeren en artsen uit die tijd die er naast zaten, ook al zijn hun hersenspinsels nú aardig als ‘weetjes’. Plato dacht bijvoorbeeld dat de longen het hart konden afkoelen wanneer het, door passie bezeten, wel erg snel klopte. Aristoteles beschouwde het hart als de centrale stookplaats voor onze lichaamswarmte, maar ook als de kern van de zintuigen. Ook de Griekse arts Galenus (129-199 na Chr.) dacht in die richting, zij het dat hij serieus meende dat het kloppen van het hart het directe gevolg was van het ‘oplaaiende hartvuur’.

 

Zijn eveneens Griekse collega-arts Erasistratus van Ceos vergeleek de werking van het hart met die van de blaasbalg die een smid gebruikt om vuur aan te wakkeren. Toch zat hij er in de uitleg van zijn theorie niet eens ver naast: door de samentrekkende bewegingen van het hart wordt bloed uitgepompt, precies zoals gebeurt wanneer een blaas wordt samengeperst…

Galenus, een knappe kop in die tijd, dacht ook dat het bloedvolume in het menselijk lichaam  meebewoog met de getijden van de zee. Het bloed kende in zijn visie een eb en een vloed…

 

Intimiteit na een hartaandoening

 

U heeft recentelijk een ingreep ondergaan naar aanleiding van uw hartaandoening en vraagt zich af in hoeverre lichamelijke intimiteit tussen uw partner en u hierna nog mogelijk is?

 

Niets om u voor te schamen. Ervaart u toch enigszins een bepaalde vorm van gêne om dit openlijk met uw cardioloog te bespreken? Hartbrug-Magazine doorbreekt het taboe.

 

Lichamelijke intimiteit is ‘a part of life’ en is een persoonlijke aangelegenheid. Vandaar dat erover spreken – vooral bij de oudere generatie – als ongepast wordt ervaren. Lichamelijke intimiteit is echter wel degelijk bespreekbaar, vooral in medische kringen. Wij helpen u graag op weg om openlijk het onderwerp aan te snijden.

 

Professionele aanbevelingen

Tijdens het terugkerende jaarlijkse ‘European Society of Cardiology’ (ESC Congress), is enkele jaren geleden het onderwerp intimiteit bij hartpatiënten uitgebreid behandeld. De aanbevelingen van de ‘Europese Raad van Hart- en Vaatziekte Verpleegkundigen’, worden gezien als de eerste wetenschappelijke verklaring met gedetailleerde informatie voor hartpatiënten. Volgens hen hoort elke patiënt advies te krijgen van zijn of haar cardioloog, over intimiteit naar aanleiding van de betreffende hart- en vaatziekten.

De behandelende arts(en) horen een actievere rol te spelen in het verschaffen van uitleg aan de patiënt.

Vervolgens kan in samenspraak vastgesteld worden in hoeverre de patiënt intimiteit kan hervatten, dan wel voortzetten. Mocht geslachtsgemeenschap om welke reden dan ook afgeraden worden, dan hoort de patiënt op de hoogte te worden gebracht van andere mogelijke opties voor aangepaste intimiteit.

 

Wat is verantwoord?

Pasklare antwoorden zijn onmogelijk. Logischerwijs omdat elke hartpatiënt anders is en de betreffende hartaandoening een andere uitwerking op diens lichaam heeft. Er zijn echter wel enkele terugkomende mogelijke oorzaken te benoemen.

 

Voor veel hartpatiënten speelt angst een grote rol. Deze angst gaat vaak gepaard met depressieve gedachten, die zich uiteindelijk ontpoppen in onzekerheid en belemmering omtrent lichamelijke intimiteit. In plaats van met deze gevoelens rond te blijven lopen en daarmee niet alleen de psychische, maar ook fysieke klachten te verergeren, is het positief om de vragen die uw gedachten overheersen simpelweg uit te spreken.

 

Omdat hartpatiënten vaak bang zijn om bij lichamelijke inspanning (weer) hartproblemen te krijgen, baseren veelvoorkomende vragen zich op het wel/niet aankunnen van die inspanning. Het antwoord daarop krijgt u door een zogeheten inspanningsonderzoek te doen waarbij de inspanningstolerantie wordt bepaald. Naar aanleiding hiervan kan uw cardioloog u gedetailleerd inlichten omtrent de sterkte van uw hart om lichamelijke intieme activiteiten te hervatten.

 

In sommige gevallen zorgt de medicatie voor beperkingen op het lichamelijk vlak. Ook hier kan in  overleg met de cardioloog gekeken worden naar mogelijke alternatieven of bijkomende hulpmiddelen die mentaal en/of lichamelijk een positieve uitwerking hebben op de lichamelijke intimiteit.

 

Polikliniek Seks & Cardiologie

Wilt u voor uw eigen gemoedstoestand graag alles nalopen, maar doet u dat liever buiten uw reguliere cardioloog om? Dat kan! Recentelijk zijn de allereerste ‘Seks & Cardiologie’ poliklinieken geopend in Lelystad en Almere-Poort, onder leiding van de medische cardiologie-keten ‘Hartkliniek Nederland’. Dus mocht u onder behandeling staan bij een andere cardioloog? Geen probleem. Handig om te weten; de zorgverzekering vergoedt de gemaakte kosten.

 

Het spreekuur staat geheel in het teken van patiënten met hart- en vaatziekten die kampen met vragen en/of problemen omtrent dit -voor velen- lastig bespreekbare onderwerp. Uitsluitend een cardioloog van de kliniek leidt het spreekuur. De cardioloog werkt nauw samen met een psycholoog, seksuoloog en uroloog.

 

Tijdens het spreekuur worden intimiteitsproblemen besproken naar aanleiding van een hartaandoening zoals bijvoorbeeld hartfalen en/of een hartinfarct, maar ook onderzocht en waar mogelijk verholpen. Het uiteindelijke doel is om voor de hartpatiënt een zo duidelijk mogelijk beeld te schetsen van haar of zijn mogelijkheden op dit gebied.

 

Bent u bang dat u wellicht onverhoopt een belangrijke vraag vergeet? U kunt uzelf van te voren voorbereiden door u in te lezen en opkomende vragen alvast te noteren. Zo weet u zeker dat u ook daadwerkelijk al uw vragen stelt.

 

 

 

Tips

Blijft u rondlopen met verontrustende ideeën omtrent een toenemende bloeddruk en hartslag rondom lichamelijke intimiteit? Houd in het achterhoofd dat diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat de risico’s betreffende lichamelijke intimiteit en hartpatiënten meevallen. Indien van toepassing; volg het doktersadvies en houd rekening met de beperking(en) van uw hart.

 

 

Enkele nuttige tips:

Voldoende beweging heeft een positieve bijdrage aan lichamelijke intimiteit

Beëindig de lichamelijke intimiteit wanneer u zich minder prettig voelt

Gebruik geen medicatie zoals bijvoorbeeld Viagra zonder dit te overleggen met huisarts of cardioloog

Wees voorzichtig met lichamelijke intimiteit;

  • Bij extreme vermoeidheid,
  • Binnen drie uur na een zware maaltijd,
  • Na het consumeren van alcohol,
  • Tijdens of vlak na het ervaren van heftige emoties,
  • In een te warme of koude omgeving

 

Benieuwd naar ervaringen van lotgenoten omtrent dit onderwerp? Bezoek het forum op www.hartpatienten.nl en praat mee!

 

Bron ‘Tips’: Cardioloog R.A.M. van Langeveld (hartfalenderwijs.nl)

Hartpatiënten Nederland bezorgd over stijgend aantal zieken bij snelwegen

 

Bedreigt uw auto uw hart?

 

ROERMOND – Het opschroeven van de maximumsnelheid op Nederlandse snelwegen naar 130 kilometer per uur heeft een desastreuze uitwerking op onze luchtkwaliteit. Dat zegt de Vereniging Milieudefensie na nieuwe berekeningen. Bovendien stijgen de gezondheidsrisico’s voor mensen die nabij deze verkeersaders wonen. De luchtvervuiling kost direct omwonenden gemiddeld 20 maanden (!) van hun leven.

 

Het aantal mensen met hart- en vaataandoeningen, vormen van kanker en longziekten zal de komende jaren onherroepelijk toenemen, zeggen zowel deskundigen als patiëntengroepen. Ook Hartpatiënten Nederland is bezorgd over deze ontwikkeling en vreest voor de gezondheid van velen.

 

Slachtoffers van luchtvervuiling zullen te betreuren zijn bij trajecten waar deze nieuwe snelheid geldt, stelt de milieu-organisatie. Het gaat onder meer om de A27 bij Breda en Oosterhout en de A2 bij Urmond (Limburg). Milieudefensie maakt aldaar melding van een aanzienlijke stijging van de concentraties stikstofdioxide en fijnstof in de buitenlucht. Het niveau van de luchtverontreiniging zou nu al met 81 procent zijn gestegen.

 

De nieuwe berekeningen hebben ook in de Tweede Kamer tot onrust geleid. De CDA-fractie  noemde het ‘buitengewoon kwalijk dat de minister geen oog heeft voor omwonenden’. Coalitiepartner PvdA begrijpt niet ‘hoe de keuze is gemaakt de snelheid te verhogen terwijl er een kans op overschrijding is’.

Verantwoordelijk minister Schultz (Verkeer en Waterstaat) zei het beeld niet te herkennen zoals dat wordt geschetst.

Hoe deze discussie ook verdergaat, wereldwijd is erkend dat luchtverontreiniging een sluipend kwaad is, een stille moordenaar. Jaarlijks sterven alleen al in de VS zo’n 200.000 mensen aan milieugevolgen door de uitstoot van de zware industrie en het wegverkeer. Bij verhoging van hun snelheid stoten auto’s en vrachtwagens per kilometer meer schadelijke stoffen uit dan bij lagere snelheden. Dat geldt niet uitsluitend voor stikstofdioxide, maar ook voor het broeikasgas koolstofdioxide. Ongeveer de helft van de overlijdensgevallen heeft een direct wetenschappelijk aangetoond verband met ozon en fijnstof.

 

Luchtervuiling kan bestaan uit gassen, zoals stikstofdioxide of ozon, en fijnstof. Doorslaggevend bij die fijnstof is, volgens experts, de grootte van de deeltjes. Fijnstof is een verzamelnaam voor deeltjes die klein genoeg zijn om langs ons immuunsysteem in de luchtpijp en de longen te glippen. In de luchtwegen bevinden zich microscopisch kleine haartjes die deeltjes wegfilteren die groter zijn dan circa 10 micrometer. Alle deeltjes die de afweer passeren zijn schadelijk, sommige meer dan andere. Fijnstof uit verbrandingsmotoren wordt tot de meer schadelijke soort gerekend, stof van een zandweg lijkt minder schadelijk. Luchtvervuiling is vooral schadelijk voor mensen met een hartziekte of slechte longen.

 

Kennislink.nl, een goed geïnformeerde populair-wetenschappelijke Nederlandse website, vatte het sluipende gezondheidsprobleem voor bewoners van intensieve verkeersgebieden jaren geleden al treffend samen: ‘Je hebt geen overgewicht, eet gezond en probeert elke dag netjes dertig minuten te bewegen. Met die leefstijl denk je de kans op een hartaanval aanzienlijk te verkleinen. Toch blijken veel mensen die een hartaanval krijgen niet tot de klassieke risicogroepen te behoren. Zien we iets over het hoofd? Lopen we op dit moment allemaal het risico om een hartaanval in te ademen?’

Met haar opmerking dat zij het door Milieudefensie geschetste beeld niet herkent, lijkt minister Schultz bijna te ontkennen dat wel degelijk een directe relatie bestaat tussen luchtverontreiniging en gezondheidsschade, zoals hart- en vaatproblemen.

 

Dat oorzakelijk verband tussen hart- en longschade en luchtverontreiniging werd al ver in de vorige eeuw – begin december 1952 – aangetoond met het ontstaan van The Great Smog, de grote mist, in Londen. Duizenden Londenaren stierven toen aan hart- en longziekten. Zelfs de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) refereert daaraan in een aardige historische beschouwing over dit fenomeen, dat elke twijfel wegneemt.

 

‘Londen ging gebukt onder weersomstandigheden die zich sindsdien nooit meer hebben voorgedaan. De mist was zo dik dat mensen hun eigen voeten niet meer konden zien. Het was koud en de kachels werden flink opgestookt. Uit de schoorstenen kwam een dikke zwarte walm, want de kachels brandden toen nog op steenkool. Een ooggetuige zei later dat hij het gevoel had dat ‘iemand een berg autobanden in de fik had gestoken’. Volgens artsen van die tijd was de doodsoorzaak van veel mensen zuurstoftekort in het bloed, veroorzaakt door longen die verstopt raakten door infecties. De longproblemen hielden niet op toen de smog verdween en weken later waren de sterftecijfers nog veel hoger dan normaal.’

 

Een ramp zoals in het Londen van de jaren vijftig zal zich waarschijnlijk niet meer voordoen – immers, steenkool als voornaamste bron van brandstof, is wat naar de achtergrond geraakt (hoewel nog steeds nieuwe steenkolencentrales in Europa verrijzen). Maar The Great Smog blijft symbool van het gevaar van luchtvervuiling, stelt NVVC.

 

Op de Klimaatconferentie, afgelopen najaar gehouden in Parijs, is het overeengekomen terugdringen van de opwarming van de aarde met 2 graden onmiddellijk te vertalen in redding van vele honderdduizenden burgers. Zij kunnen nu ontkomen aan een vroegtijdige dood door long-, hart- en vaatziekten.

 

Klimaatconferentie pretendeert honderdduizenden levens te redden

En dan ben je (ook) hartpatiënt…  

 

Ruim een week na zijn 25e verjaardag in augustus vorig jaar, wordt bij Gerard Buitink ‘Hypertrofische cardiomyopathie’ (HCM1) ontdekt. Plots staat zijn leven stil, maar bij de pakken neerzitten komt niet in hem op: ‘Nu ik ben geholpen, heb ik het idee dat niets meer te gek is!’ Hij vertelt zijn verhaal.

 

Gerard Buitink

 

In 2015 krijgt Gerards vader een hartaanval. Na onderzoek blijkt een verdikte hartspier (HCM), de oorzaak hiervan. Aangezien de aandoening mogelijk erfelijk is, worden Gerards broers en hijzelf onderzocht. Dit gebeurt door middel van een hartecho. Zijn broers blijken kerngezond, maar helaas gaat dat niet op voor Gerard: ‘Net zoals bij mijn vader het geval is, heb ik ook een verdikte hartspier. Helaas blijkt de hartspier zodanig verdikt dat een openhartoperatie de enige mogelijkheid is om dit te verhelpen. Vanzelfsprekend was het heel erg schrikken; ik ben pas (of eigenlijk destijds net) 25, en dan dit?’

 

De operatie

Gerard is genoodzaakt om te stoppen met werken en sporten. Er zit voor hem niets anders op dan te wachten op de operatie die volgt: ‘Het ergste vond ik de machteloosheid tijdens het wachten. Eenmaal thuis, schieten er duizenden vragen door je hoofd heen. Variërend van wat de artsen gaan doen, tot aan de risico’s toe, maar ook hoe mijn toekomst er hierna uit zal zien? Ik bevond mij op een punt in mijn leven waarin ik met van alles bezig was, behalve ziek zijn. Door mijn hartaandoening zag mijn leven er plots heel anders uit en stond elke week in het teken van ziekenhuis in, ziekenhuis uit.’

 

Uiteindelijk breekt in oktober – ruim twee maanden nadat Gerards hartaandoening ontdekt is – de langverwachte, grote dag aan. Omdat het lichaam gedurende de openhartoperatie simpel gezegd wordt overgenomen door een machine, ondergaat Gerard voorafgaand aan de operatie een aantal onderzoeken waarbij zijn lichaam volledig in kaart wordt gebracht. Tijdens een acht uur durende ingreep wordt op de operatietafel een stuk van Gerards hartspier afgesneden en een hartklep verlengd: ‘Daarna begint mijn herstel.’

 

Het herstel

Inmiddels een paar maanden verder, mag Gerard naar eigen zeggen niet klagen: ‘Ik heb nergens echt specifiek last van. Behalve van mijn enorme litteken dat op mijn borst ‘pronkt’. Op dit moment mag ik nog niet werken en ben ik honderd procent afgekeurd. Eveneens is het voor mij niet toegestaan om te sporten.’

 

Maar Gerard heeft daarvoor begrip: ‘Gelukkig is alles goed verlopen en is mijn hart voor zover mogelijk weer ‘gezond’. Vergeleken met wat ik voor de openhartoperatie kon en mocht, blijft het opletten met wat ik doe, want bepaalde dingen kunnen en mogen niet meer. Maar dat neem ik voor lief. Gezond zijn is het allerbelangrijkste.’

 

Ondanks dat alles naar verwachting is verlopen, is Gerard het gebrek aan informatie in het ziekenhuis bijgebleven: ‘Klaarblijkelijk komt mijn aandoening niet vaak (meer) voor. In het ziekenhuis was er zeer weinig informatie over te vinden. Ook het feit dat ik zo jong ben, deed de meeste doktoren en verplegers verbazen. Persoonlijk vind ik het belangrijk dat er meer informatie beschikbaar is over de hartaandoening. Ik ben graag voorbereid en wil weten waar ik aan toe ben.’

 

De verandering

Op het eerste oog is Gerards leven erg veranderd: ‘Met mijn opleiding tot hovenier – en daarmee mijn werk – moest ik noodgedwongen stoppen. Het is te zwaar. Ik moet mij nu omscholen. Waarschijnlijk is mijn nieuwe opleiding en daarmee uiteindelijk mijn nieuwe baan, kantoor gerelateerd, want dat past bij mijn huidige gezondheidssituatie. In mijn optiek moest ik in eerste instantie alles links laten liggen, maar daar heb ik nu vrede mee. Ik weet dat er uiteindelijk een andere uitdaging op mij wacht.’

 

Naar zijn mening ziet hij het hartpatiënt zijn overal in terug. Het heeft eveneens betrekking op Gerards persoonlijke leven buiten zijn carrière om: ‘Een avondje stappen met vrienden is al een hele uitdaging, want ik kan niet meer de hele nacht dansen of een biertje nemen. Zelfs als ik gezellig met mijn moeder boodschappen doe, moet ik tegenwoordig opletten dat ik mijzelf niet te zwaar belast.’

 

Maar ook Gerard als persoon is veranderd: ‘Ik geniet nog meer van het leven dan voorheen, want ik ben mij al te goed bewust van het feit dat mijn leven op de operatiekamer had kunnen stoppen. Daarnaast ben ik positiever dan ooit, want na dit weet ik voor mijzelf dat ik alles aankan.’

 

Chronisch ziek

Naast Gerards hartaandoening, heeft hij sinds enkele jaren suikerziekte: ‘Vanwege mijn suikerziekte loop ik onder andere 24/7 met een insulinepomp op mijn lichaam rond. De reden hiervoor is dat het voor mijn lichaam noodzakelijk is om continu insuline toegediend te krijgen. Maar helaas blijft het niet daarbij.’

Naast het werk van de insulinepomp, is Gerard zich constant heel bewust van zijn suikerziekte: ‘Voor mij is mijn suikerziekte voornamelijk geestelijk zwaar, want ik ben dag in, dag uit bezig met mijn bloedsuikerspiegel meten, insuline toedienen en alle overige noodzakelijke handelingen die erbij horen.’

 

Het continu berekenen van bijvoorbeeld te drinken of te eten koolhydraten en de te lage of juist te hoge bloedsuikers, is zwaar. Evenals het voortdurend toedienen van insuline voordat Gerard überhaupt iets nuttigt. Maar volgens hem valt het in het niets bij zijn hartaandoening: ‘Alles waarmee ik belast ben vanwege mijn suikerziekte is een lachertje vergeleken met hetgeen wat mij is overkomen met betrekking tot mijn hart.’

 

De nasleep

Ondanks alles staat Gerard zijn mannetje. ‘Ziek’ is en zal hij blijven, maar hij staat niet toe dat zijn ziektes zijn leven bepalen: ‘Ik voel mij hartpatiënt, want met alles wat ik doe, moet ik op mijn hart letten en naar mijn lichaam luisteren. Mijn litteken is een bewijs daarvan en gaat nooit meer weg. Soms is het niet makkelijk, maar ik moet doorgaan met leven. Uiteindelijk valt er mee te leven, zolang ik opensta om mij aan te passen aan mijn eigen ziekte.’

 

 

1Hypertrofische cardiomyopathie (HCM): Een verdikte hartspier. De hartspier kan op verschillende plaatsen verdikt zijn, maar meestal is in ieder geval de tussenwand tussen de kamers aangetast. Als de tussenwand tot onder de aortaklep verdikt is, belemmert dat de uitstroom naar de aorta en kan dat kortademigheid en pijn op de borst veroorzaken. (Bron: Hartwijzer)