Kan ik nog veilig op reis?

Hoe om te gaan met angst voor aanslagen

Het Goede Doel bezong het al in 1982: ‘Waar kan ik heen?’ Nu, 36 jaar later, is het lied nog steeds actueel. En, anders dan de conclusie van Henk Westbroek, is zelfs België geen utopie meer. Ook dáár zijn immers terroristische aanslagen gepleegd. Is er nog een plaats tussen de sterren waar we heen kunnen gaan, zonder angst

Hoe graag we het ook anders zouden willen zien: terreurdreiging is een akelige dagelijkse realiteit geworden. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) publiceert elk kwartaal het actuele dreigingsniveau in Nederland, en dat staat op dit moment op schaal 4 van 5. Dit houdt in dat er in Nederland een reële kans op een aanslag is, maar dat hiervoor geen concrete aanwijzingen zijn.

Hoewel ons land tot nu toe de dans ontsprongen is, geldt dit niet voor alle landen in Europa. En dat heeft effect op onze keuzes voor vakantiebestemmingen. Uit recent onderzoek van het CBS blijkt dat bijna de helft van de mensen sommige landen vermijdt in verband met angst voor terreur en 7 procent wil zelfs helemaal niet meer met het vliegtuig reizen om die reden. Maar liefst dertig procent is bang om zelf slachtoffer te worden van een aanslag.

Reisadvies

Uit onderzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken komt naar voren dat bijna de helft van de Nederlanders de kans op terreurdreiging meeweegt bij het kiezen voor een vakantiebestemming. Dit vinden zij belangrijker dan de gezondheidssituatie ter plaatse, de mate van criminaliteit of het risico op natuurgeweld, terwijl dit vaak reëlere gevaren zijn. Het Ministerie houdt op haar website voor elk land een actueel reisadvies bij. De laatste jaren is het aantal mensen dat dit advies raadpleegt flink gestegen, maar toch gaat nog steeds 94 procent op vakantie zonder het laatste reisadvies te checken.

Veel mensen baseren hun informatie over de situatie in een land dus op wat ze in het nieuws zien. Sinds in Turkije na de mislukte coup in 2016 de noodtoestand is uitgeroepen, zijn de relatief goedkope vakanties aan de Turkse badplaatsen en all-inclusive resorts bijvoorbeeld aanzienlijk minder in trek bij toeristen. Ook naar Egypte, waar in het hele land een verhoogd risico op aanslagen is, wordt minder vaak afgereisd.

Dichter bij huis waren er aanslagen in Spanje, Frankrijk, Duitsland, Engeland en België. RTL Nieuws liet vorig jaar onderzoeken welk effect dit had, waaruit bleek dat 60 procent van de Nederlanders steden als Parijs, Londen, Brussel en Berlijn probeerde te vermijden. Van deze groep bleef 1 op de 10 liever helemaal thuis. De rest ging wel, maar gaf aan de voorkeur te geven aan een stad waar nog geen aanslag is geweest. Toch blijft 3 op de 4 mensen nuchter, en zegt geen rekening te willen houden met terreurdreiging, omdat aanslagen overal kunnen plaatsvinden.

Aanslag-vrije landen

En dat is in principe ook zo. Hoewel het soms lijkt alsof overal in Europa bommen ontploffen, gaat het in werkelijkheid maar om enkele plaatsen. Op een camping in de Dordogne is het risico op een aanslag immers vele malen kleiner dan in hartje Parijs. Wie per se een aanslag-vrij land wil opzoeken, kan terecht in bijvoorbeeld Italië, Portugal, Griekenland, Oostenrijk en Kroatië. Maar ook daar kan natuurlijk niemand garanderen dat het rustig blijft, evenals hier in Nederland. We leven nu eenmaal in een roerige tijd, waarin angst voor terreur een deel van ons leven is geworden. De vraag is alleen in hoeverre die angst terecht is. Hoewel het in het nieuws aan de orde van de dag lijkt, is de kans om betrokken te raken bij een aanslag in werkelijkheid nihil. Experts hebben het berekenend op 1 op ongeveer 1,9 miljoen. Ter vergelijking: de kans op een hartaanval is 1 op 23… De kans dat u daadwerkelijk slachtoffer wordt van een aanslag, is ongeveer net zo waarschijnlijk als dat u geraakt wordt door de bliksem. En onthoud: dat u bang wordt, is precies wat terreurorganisaties willen bereiken. Een van de weinige dingen die u dus wél kunt doen tegen terrorisme, is doorgaan met uw leven!

Wat kunt u wél doen?

  • Check voor u op vakantie gaat altijd het meest recente reisadvies voor uw bestemming op www.nederlandwereldwijd.nl. U kunt hier ook eventueel uw gegevens achterlaten, zodat u een bericht krijgt als de situatie plotseling wijzigt. Daarbij kunt u sneller worden bereikt in geval van een crisissituatie.
  • Ga goed voorbereid op reis. Zorg dat u op de hoogte bent van de lokale wetten, regels en gebruiken. Zorg dat uw reisdocumenten en gezondheidsvoorzorgsmaatregelen als vaccinaties en medicijnen op orde zijn.
  • Wees extra alert op plekken waar veel toeristen samenkomen. Probeer plaatsen waar oproer kan ontstaan te vermijden, zoals demonstraties.
  • Verlies de meer realistische gevaren op vakantie niet uit het oog. Smeer bijvoorbeeld goed met zonnebrandcrème, gebruik muggenwerende producten, wees alert op zakkenrollers en op ongelukken in het verkeer. Allemaal zaken waar u meestal wél controle over heeft.
  • Denk eraan dat angst wordt gevoed door gedachten. Als u voor vertrek constant negatieve nieuwsberichten over aanslagen leest, is de kans dat u ontspannen op vakantie gaat kleiner. Maak liever leuke plannen en denk aan de heerlijke tijd die u voor de boeg heeft.

Voor meer artikelen klik hier

Gezonder zonder drank

Wie minder drinkt, leeft langer. En met drinken hebben we het niet over een glaasje cola en een slok water. Veel alcohol is niet goed voor je gezondheid. Dat wisten we al. Maar dat zelfs één glaasje alcohol al slecht kan zijn voor hart en vaten, dat is pas zeer recent bekend geworden. Ook één of twee glazen alcohol per week zijn schadelijk voor de gezondheid. Tot die conclusie komen wetenschappers wereldwijd, onder wie onderzoekers van het Erasmus MC in Rotterdam.

Geen ondergrens

‘In tegenstelling tot wat mensen vaak denken, blijkt er ook voor de meeste hart- en vaatziekten geen veilige ondergrens te zijn voor het drinken van alcohol’, zegt voedingswetenschapper Trudy Voortman van de afdeling Epidemiologie van het Erasmus MC. ‘We zien dat minder alcohol vrijwel altijd beter is.’

Korter leven

De onderzoekers bestudeerden de gezondheid in relatie tot de drinkgewoonten van meer dan zeshonderdduizend mensen uit negentien landen over de hele wereld. De onderzoekers berekenden dat mensen die tien tot twintig glazen per week drinken daardoor een half jaar korter leven dan mensen die minder alcohol drinken. Veertigers die meer dan vijfendertig glazen alcohol per week drinken, leven gemiddeld vijf jaar korter dan leeftijdsgenoten die weinig drinken. Daarbij is het goed om op te merken dat dit gaat over standaardglazen van bijvoorbeeld 250 ml bier of 100 ml wijn.

Voortman

Voortman is voedingswetenschapper aan het Erasmus Universitair Medisch Centrum. Zij doet onderzoek naar de relatie tussen voeding en leefstijl enerzijds en gezondheid anderzijds, legt ze uit. Het onderzoek waar het nu om gaat, was erg uitgebreid, aldus Trudy Voortman. ‘We wisten al dat je kanker en leverproblemen kunt krijgen van alcohol’, vertelt ze. ‘Maar rond hart- en vaatziekten bestond nog veel onduidelijkheid. Zo werd er gezegd: een beetje alcohol is goed, want het verhoogt het HDL-gehalte (goede cholesterol) in het bloed iets. Maar anderzijds verhoogt alcohol ook de bloeddruk.

Ziekte en sterfte

‘Wat in het grote onderzoek is gebeurd is het volgende: Mensen werden geobserveerd. Ze kregen vragen over hun alcoholconsumptie. De drinkers werden gevolgd in de tijd en bekeken op sterfte en ziekte. Het gaat om mensen in de schaal van bescheiden drinkers tot mensen die veel drinken. Vervolgens werd het verband onderzocht met hart- en vaatziekten.’

Decennia

Hoe omvangrijk het onderzoek is, blijkt wel uit het feit dat 82 langlopende studies naast elkaar zijn gelegd. ‘Sommige van deze studies lopen al decennia. Enkele zelfs dertig jaar. Die hebben we allemaal bij elkaar gezet. De analyse van alle onderzoeksresultaten duurde een paar jaar. Dus feitelijk hebben wij nu een follow-up gegeven aan alle eerdere studies. Resultaat: laat de alcohol maar liever staan.’

Richtlijnen

‘Iedereen vraagt me nu vooral naar deze specifieke studie. Dat is uiteraard prima, maar voedingsadviezen worden natuurlijk niet gemaakt op basis van slechts één studie of het risico op één ziekte. Er zijn de laatste jaren veel goede studies geweest die aantonen dat ook matige alcoholconsumptie niet goed is voor de gezondheid en voor hart- en vaatziekten. De Gezondheidsraad adviseert daarom ook om geen alcohol te drinken, en als je toch drinkt liever niet meer dan één glaasje per dag.’

Verbod

Voortman was een van degenen die nauw bij het onderzoek betrokken waren. Is ze nu zelf van de blauwe knoop geworden? ‘Nee, dat niet. Ik pleit niet voor een alcoholverbod’, zegt ze. ‘Ik eet ook een gebakje op een verjaardag of een koekje bij de koffie, ook al is dat misschien niet zo goed voor je gezondheid. Eten en drinken gaat over meer dan alleen gezondheid. Wij willen mensen gewoon informeren: je moet niet drinken om er gezonder van te worden, zoals sommigen in het verleden wel eens beweerd hebben. Maar ieder moet daarin zijn eigen beslissing nemen.’

Excuus

‘Mijn vrienden en mensen uit mijn familie vragen me nu ook: mag het niet meer? Dan wijs ik op het gebakje voor de verjaardag. Wat naar aanleiding van dit onderzoek belangrijk is: gebruik je gezondheid niet als excuus om een glaasje te drinken. Ook één glaasje is niet gezond.’

Debat

‘Los van deze studie zou er een maatschappelijk debat moeten komen. In onze maatschappij is alcohol zó normaal geworden. Dat vind ik zorgwekkend. Het is al zo ver gekomen dat je op feestjes vaak moet gaan uitleggen waarom je geen alcohol drinkt. Het helpt ook niet dat overal alcohol wordt geschonken. Bij de kapper, bij de boekhandel, noem maar op.’

Wereldwijd

‘Tegelijk moet ik opmerken dat onze Nederlandse richtlijnen wat betreft alcoholgebruik wereldwijd voorop lopen. In Zuid-Europa moeten die richtlijnen nog worden aangepast. In sommige landen wordt nog geadviseerd: drink gerust drie glazen per dag.

Het gaat er nu om de onderzoeksresultaten te vertalen in nieuwe richtlijnen, vooral in landen waar die nog erg ruim zijn. In ons land hoeven die waarschijnlijk niet te worden aangepast. Maar ook al zijn de richtlijnen duidelijk, gedrag is vervolgens moeilijk te veranderen.’

Conclusie

En wat is, al bij al, de voornaamste conclusie? Voortman: ‘Puur voor je gezondheid zou je geen alcohol moeten drinken!’

Voor meer artikelen klik hier

Erik liet een niet-reanimeren tatoeage op zijn borst plaatsen

‘Als mijn hart ermee stopt, is dat een teken dat mijn lichaam op is’

Naast een verklaring of een penning, is ook een tatoeage die aangeeft dat de drager ervan niet gereanimeerd wil worden in Nederland rechtsgeldig. Erik Vaasen (44) liet zo’n tattoo op zijn borst plaatsen.

Op het eerste gezicht lijkt Erik Vaasen een man die geniet van het leven. Hij doet fanatiek aan handbiken en fietst soms wel 80 kilometer door het prachtige Limburg. Daarnaast heeft hij een leuke baan als 3D-ontwerper in de metaalindustrie. Maar ondanks de lach op zijn gezicht, lijdt hij dagelijks helse pijnen. ‘Zelfs morfine is tegen die pijn niet bestand’, vertelt hij.

Waaraan Erik precies lijdt, is niet officieel vastgesteld. Zelf weet hij zeker dat hij meervoudig spierreuma en fibromyalgie heeft. Elf jaar geleden begonnen zijn benen uitvalsverschijnselen te vertonen en inmiddels beweegt hij zich voor 90 procent van de tijd voort in een rolstoel.

‘Ik denk dat er meer aan de hand is’, zegt Erik. ‘Want de pijn is zo extreem dat het bijna niet mogelijk is dat ik alleen fibromyalgie en reuma heb. Toch willen de artsen mij niet verder onderzoeken en wil de gemeente mij eerst een langere tijd laten behandelen in een revalidatiekliniek. Voor mij is dat geen optie, omdat ik dan weer vanaf een nulpunt moet beginnen, terwijl ik nu juist heel goed functioneer. In zo’n kliniek zouden de muren op me afkomen. Ik heb vroeger aan extreme sporten gedaan, zoals klimmen, raften en martial arts. Daarnaast was ik militair reservist. Ik weet dus heel goed hoe ik met pijn moet omgaan. Het is voor mij belangrijk dat ik daarnaast dingen blijf doen waar ik mijn energie en creativiteit in kwijt kan, zoals mijn sport en mijn werk. Dat begrijpt de gemeente niet, er loopt nu een rechtszaak. Want zonder een diagnose van een aantoonbare ziekte, kom ik niet in aanmerking voor een vergoeding voor de aanpassing van mijn huis, een nieuwe rolstoel of een gehandicaptenparkeerkaart. Een vicieuze cirkel, waar ik niet uitkom.’

Penning

Inmiddels heeft Erik een wilsverklaring op laten stellen waarin staat vastgelegd dat hij niet meer behandeld wil worden als hij niet meer bij machte is om daar zelf over te beslissen. Ook heeft hij bij de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillig Levenseinde (NVVE) een niet-reanimeren penning aangevraagd. Maar omdat hij die tijdens zijn werk niet altijd kan dragen, heeft hij ook een tatoeage laten zetten met de woorden ‘niet reanimeren/no cpr–penning aanwezig’.

‘Dat roept bij veel mensen vragen op’, zegt hij zelf. ‘Maar het is heel simpel: ik vertrouw erop dat mijn lichaam zelf aangeeft als er iets fout is. Als mijn hart ermee stopt, zie ik dat als een teken dat mijn lichaam op is.’

Dat mensen ook na een hartaanval weer helemaal de oude kunnen worden, weet hij zelf als geen ander. ‘Mijn vader heeft ruim tien jaar geleden een infarct gehad en hij heeft er niets aan overgehouden’, zegt hij. ‘Toch begrijpen zelfs mijn ouders waarom ik dit wil, hoe heftig die beslissing ook is. Zij zien met eigen ogen hoe extreem mijn pijn is, en dat er weinig kans is dat het in de toekomst nog zal verbeteren. Het gaat juist alleen maar verder achteruit. En ik wil niet nóg verder aftakelen, wat waarschijnlijk wel zou gebeuren als ik gereanimeerd zou moeten worden.’

Wens

De tattoo zit precies op de plek waar druk wordt gelegd tijdens een reanimatie. ‘Ik wilde dat het zo duidelijk mogelijk was’, legt Erik uit. ‘Professionele hulpverleners zullen, als ze mijn tattoo zien, meteen stoppen met behandelen. Zij zijn verplicht zich aan de penning én ook aan de tattoo te houden. Bhv’ers en andere niet-professionals moeten zelf de keuze maken en kunnen daardoor misschien voor een dilemma staan, maar ik hoop dat ze mijn wens zullen respecteren. Daarom ben ik ook heel open naar iedereen in mijn omgeving. Iedereen weet dat ik een penning heb, en voor zover ik weet heeft iedereen daar ook begrip voor.’

Toch hoopt Erik dat hij nog lange tijd kan genieten van het leven op de manier zoals hij dat nu doet. ‘De tattoo is zeker geen teken dat ik het heb opgegeven, het is puur een voorzorgsmaatregel. Nu kan ik alleen nog maar hopen op hulp vanuit de gemeente, zodat mijn leven ook wat makkelijker wordt…’

Voor meer artikelen klik hier

Dineren als spannend avontuur

Dineren buiten de deur draait allang niet meer om lekker eten en drinken alleen. Het gaat om de totale belevenis van keuken en ambiance. Alle zintuigen moeten op scherp. Dus kunt u tegenwoordig ook aan tafel in het pikkedonker of hoog boven de aarde. HartbrugReizen waagde een vorkje op de meest prikkelende adresjes.

Luchtballonrestaurant CuliAir

Hoogtevrees moet u niet hebben en het is even sparen, maar dan kunt u bij zonsondergang dineren in CuliAir (www.schmeinck.nl/culiair), het enige luchtballonrestaurant ter wereld, ‘gewoon’ boven Nederland. Meesterkok Angélique Schmeinck kookt tijdens het ballonvaren live met de hete lucht van de ballon, een uniek spektakel. U geniet van o.a. luchtballon gegaarde Schotse kreeft, wilde zeebaars met asperges en landhoen met cantharellen. Bij elk gerecht wordt een sublieme wijn geschonken. Is de ballon wat te hoog gegrepen? Dan is een SkyDinner in een gondel in het reuzenrad op de Pier van Scheveningen  (www.skyviewdepier.nl) een schappelijk geprijsd alternatief.

Dinner Train

Houdt u liever contact met de aarde, dan is een etentje in de Dinner Train (www.dinnertrain.eu) meer voor u. Al op het perron van Amsterdam CS begint het avontuur. De treinmanager verwelkomt u bij de ‘koninklijke wachtkamer’, waarna u via een rode loper de trein instapt en een heerlijk glas mousserende wijn krijgt aangeboden. Zit u eenmaal aan het raam dan is het 2,5 uur ongestoord peuzelen van vier gangen. Ondertussen voert de trein u dwars door het Groene Hart. Weidse landschappen met grazende koeien en molens, imposante moderne skylines en pittoreske dorpjes schieten aan u voorbij. Langs Breukelen, Gouda, Rotterdam-Noord, Den Haag HS, Leiden en via Haarlem terug naar Amsterdam.

Ribhouse Texas

U waant zich op de prairie zodra u naar het houten restaurant van Ribhouse Texas (www.ribhousetexas.nl) loopt. U hoeft nog net de deur niet in te trappen, maar verder ademt alles zoals in een western. U treft breeduit lachende cowboys en cowgirls in de bediening en de steaks gaan tot formaat Extra Large. Het kan wat druk en over the top overkomen, maar hé, dit is Amerika!

Vuurtoreneiland

Dineren op Vuurtoreneiland (www.vuurtoreneiland.nl)
is bijna een excursie naar de stilte. Tot voor kort was dit eilandje in het Markermeer niet voor het publiek toegankelijk, maar nu stopt er een veerboot, eigenlijk meer een varende bruine kroeg. In de zomer is het heerlijk toeven in de lange glazen kas in het groen, in de winter kruipt u met een dekentje achter kaars en haard in het fort. Met lantaarn en lange jas kunt u nog iets van de ruigheid van het eiland ervaren, nabij het kampvuur en de vuurtoren.

Ctaste

Heeft u zich ooit afgevraagd hoe het is om te eten zonder dat u ziet wat u eet? Restaurant Ctaste
(www.ctaste.nl) in Amsterdam biedt de kans dat te ervaren. In het volledige donker zijn proeven, horen, ruiken en voelen écht anders dan bij licht. Smaakvol is het diner sowieso, maar ook nog eens sociaal. Deze zintuigelijke belevenis biedt namelijk volwaardige en betaalde banen voor visueel beperkten. In het stikdonker zijn zij degenen die perfect functioneren en u een onvergetelijke avond bezorgen. Heeft u geen zin in de krochten van Amsterdam? Dan is Zwart Breda (www.zwartbreda.nl) ook een goede optie.

Secret pizzeria

Restaurantbezoekers in het duister laten tasten, kunnen ze ook goed in Apeldoorn, zij het minder letterlijk. Siciliaan Simon duikt er vier keer per jaar op met zijn mobiele secret pizzeria (www.secretpizzeria.nl). Tot het laatste moment is de locatie onbekend. Weken voorafgaand aan zijn pizzafestijn loopt iedereen via sociale media te gissen. De geruchtenmachine draait overuren tot het moment suprême van de bekendmaking. Bij voorgaande edities zaten de klanten plots midden in een (binnen)zwembad, de voortuin van een notariskantoor, op een open plek midden in een bos, een bedrijventerrein of de Apenheul. Iedereen schuift bij elkaar aan en proeft van de verschillende voorgesneden pizzapunten, inclusief een Nutellapizza.

Middeleeuws eten

Alsof u in een tijdmachine naar de middeleeuwen bent getransporteerd. Zo voelt een diner bij het prachtige kasteel Dever (www.middeleeuwseten.nl) in Lisse. Uw 21e-eeuwse kleding kunt u maar het beste eenvoudig houden, want eten doet u met beperkt bestek. Zo smult u van vele onbekende hapjes waarvan de receptuur antiek is. U bent een hooggeplaatste gast dus bedienden in middeleeuwse dracht omringen u. Onder het gezang van troubadours heft u de aardewerken beker met wijn. Beetje jammer dat dat maar zo’n vijf keer per jaar kan. Gelukkig is Stadsherberg De Mol (www.stadsherbergdemol.nl)
in Delft het hele jaar open. Het eten is meer eetcafékwaliteit, maar de ambiance minstens zo vrolijk makend.

Bistro Bij Ons

In bistro Bij Ons (www.bistrobijons.nl) in de Jordaan in Amsterdam, weten ze ook van ouderwets vertier. Hier is het ‘gezelli’ aanhaken bij levensliederen en gewoon mee-eten met moeders stamppot, natúúrlijk met een kuiltje jus. Achter de geraniums zitten lukt hier prima met een Jordaan Likeurtje.

Hoftrammm

De Hoftrammm (www.hoftrammm.nl) is Nederland’s eerste tram met restaurant. Afgekeken van het buitenland klingelt hij langs de highlights van Voorburg, Den Haag en Scheveningen. De keuken gaat er prat op lokale producten in zijn gerechten te verwerken. En oh, oh, dan is er ook nog Haags speciaalbier aan boord. Hip ‘dunchen’ kunt u hier eveneens: lunchen met dinergerechten.

Check altijd openingstijden en reserveringsvoorwaarden van restaurants!

Voor meer artikelen klik hier

Columnbundel Jan Chin: Uit het hart geschreven!

Jan Chin is voor de lezers van HartbrugMagazine geen onbekende. Al vele jaren verzorgt Jan een column in ons blad. Daarin probeert hij de lezer duidelijk te maken dat we meer zijn dan alleen een lichaam. En dat om gezond te zijn, ook onze geest gezond moet functioneren. Hartpatiënten Nederland brengt nu een verzameling uit van de columns van Jan Chin. Alle reden dus voor een gesprek met hem.

Je was vroeger cardioloog, en zeer geliefd bij je patiënten. Wat heb je daar vooral geleerd?

Patiënten willen serieus genomen worden. Ze komen met een klacht bij de dokter en verwachten dan terecht, dat er goed naar ze geluisterd wordt. Wat je als dokter op dat moment ook aan je hoofd hebt, je dient je dan toch volledig te focussen op de patiënt. Een mens is meer dan zijn lichaam en dus veel meer dan het te onderzoeken orgaan, in mijn geval destijds dus het hart. De hele mens is belangrijk om de klacht, waarmee de patiënt komt, te beoordelen.  

In 2009 stopte je met je werk als cardioloog. Wat was daarvan de reden?

Er ging teveel tijd zitten in vergaderen, administratie en protocollen uitwerken. Dat ging ten koste van de tijd die je hebt voor de patiënt. Daarbij komt dat een individuele benadering van die unieke patiënt, die voor je zit, nauwelijks nog mogelijk is.

Je begon een praktijk als acupuncturist. Waarom juist acupunctuur?

Dit had te maken met mijn interesse voor het Daoïsme en andere oosterse filosofieën. Vanwege het feit dat ik van Chinese afkomst ben, én arts, én het feit dat de Chinese geneeskunst zich al duizenden jaren bewezen heeft en altijd naar het unieke individu in samenspel met zijn omgeving kijkt, maakte het voor mij bijna vanzelfsprekend om acupunctuur te gaan bestuderen.

Tegenwoordig lijkt alles om medicijnen te draaien. Wat vind je daarvan?

Ik ben geen tegenstander van medicijnen, mits op individuele basis en met zuivere intenties voorgeschreven. Ik heb wel grote vraagtekens bij het klakkeloos protocollair voorschrijven van medicijnen. De geneesmiddelen industrie zit mijns inziens in een enorme spagaat. Artsen en patiënten willen goede nieuwe medicijnen zien, terwijl anderzijds de aandeelhouders winst willen zien. Hierdoor worden medicijnen sterk gepromoot, terwijl het algemeen welbevinden van de mens weinig aandacht krijgt.

Wat zou je lezers willen adviseren: niet meer naar de dokter gaan, liever naar jou? Of zijn er grijstinten? Kun je dit antwoord toelichten?

Ik zou patiënten zeker niet adviseren om de westerse geneeskunde de rug toe te keren. Zowel de reguliere zorg als de acupunctuur hebben hun sterke kanten, die we beide kunnen benutten. Zelf spreek ik liever van complementaire geneeskunst. De reguliere zorg is vooral goed in de acute zorg als het nodig is om levens te redden en verbetert zich nog steeds verder op dat gebied. Kijk maar naar de ontwikkelingen binnen de cardiologie in de laatste decennia. De preventieve zorg binnen de reguliere zorg vind ik echter minder sterk, omdat deze vaak niet holistisch is en de onderzoeken naar preventieve maatregelen vaak bekostigd worden door de geneesmiddelenindustrie. Zelf denk ik dat ‘goed in je vel zitten’ de beste preventieve maatregel is die er bestaat. Dat is iets waarbij de combinatie acupunctuur en gesprekjes over levenskunst van waarde kunnen zijn. Verder zit de kracht van de acupunctuur vooral ook in de behandeling van chronische klachten, ook omdat er geen dure medicijnen nodig zijn en patiënten vaak liever geen chronische medicatie gebruiken. Maar ook bij de chronische klachten vind ik het wel belangrijk dat ernstige ziekten regulier zijn uitgesloten, voordat ik aan acupunctuur begin.

Wat wil je met je columns in het HartbrugMagazine bereiken?

Wat ik de mensen vooral wil duidelijk maken met mijn columns is dat we vaak moeite doen om het leven naar onze hand te zetten, maar dat dat een vergeefse strijd is. Eigenlijk komt het er op neer dat we alleen gelukkig kunnen zijn als we het leven volledig accepteren zoals het is. Met andere woorden, we kunnen het leven niet veranderen, maar wel hoe wij er zelf in staan. Mijn streven is om dit inzicht aan zoveel mogelijk mensen mee te geven.

Voor meer artikelen klik hier

Wonderkind Laurent (8) wil jongste hartchirurg ooit worden

De Amsterdamse Laurent Simons (8) wordt met recht een wonderkind genoemd. Hij heeft een IQ van meer dan 145, ging op zijn zesde al naar het gymnasium en heeft een bovenmatige interesse in cardiologie. Wie weet wordt hij ooit wel de jongste hartchirurg ter wereld. We spraken zijn vader Alexander Simons.

Hoe gaat het nu met Laurent?

‘Goed, hij doet nu 5 en 6 vwo. Omdat dit hem niet heel veel tijd kost, is hij daarnaast nog met allerlei (wetenschappelijke) projecten bezig. Recent is hij bijvoorbeeld een organisatie gestart om kwetsbare kinderen elders in de wereld toegang te geven tot onderwijs. Op dat idee kwam hij zelf. Hij realiseert zich namelijk heel goed dat niet alle kinderen dezelfde kansen krijgen als hij nu. Maar Laurent blijft een kind dat gewoon op tijd naar bed moet, dus blijft er na school niet veel vrije tijd over. Hij is dus voornamelijk bezig met zijn hobby: DJ’en.’

Waar komt zijn interesse in cardiologie vandaan?

‘Het grootste deel van onze familie bestaat uit medici, zelf ben ik bijvoorbeeld tandarts. Daardoor heeft Laurent van jongs af aan een grote interesse in de medische wereld in het algemeen. Zijn interesse voor cardiologie komt van zijn grootouders, die beiden hartpatiënt zijn. Omdat hij deels door hen is opgevoed, heeft hij een hechte band met ze. Hij wil graag een bijdrage leveren om ze ‘beter’ te maken. Hij leest veel medische boeken en van de slager krijgt hij dierenorganen, die hij thuis in de keuken ontleedt. Dat vindt hij leuk en leerzaam.’

Hij heeft ook hartonderzoek gedaan in het AMC. Hoe is dat zo gekomen?

‘We hebben het AMC benaderd om te bekijken wat de mogelijkheden zijn om Laurent in te wijden in de medische onderzoekswereld, en dan met name in de cardiologie. De insteek was dat hij enerzijds onderzoekers zou ondersteunen in vraagstukken waar ze in vastlopen, voor Laurent een goede intellectuele uitdaging. Anderzijds zou hij klaargestoomd worden om zelf zijn eigen onderzoeksprojecten te gaan doen.’

Hoe vond hij dat?

‘Hij heeft de ervaring op het AMC als zeer prettig ervaren. Toch hebben we besloten om de samenwerking te stoppen. Medisch onderzoek is best een lang traject: wanneer je eraan begint, moet je het ook afmaken. We willen dat Laurent daarvoor het beste team om zich heen krijgt. Het is maar de vraag of dat in Nederland of België zal zijn, want ook internationaal wordt er flink aan hem getrokken. We zijn nu bezig om een keuze te maken voor een universiteit. Daarmee zijn we heel selectief. Laurent is immers nog jong en daardoor kwetsbaar. Uit ervaring weten we dat de medische wereld heel gemeen kan zijn. We willen dat Laurent niet gebruikt wordt voor de eigen agenda, maar dat hij op de plek terechtkomt waar hij zich het beste kan ontwikkelen en kan groeien. Het zou me niet verbazen als hij uiteindelijk in de VS zal gaan studeren.’

Verwachten jullie dat hij ook daadwerkelijk hartchirurg wordt?

‘Hij zegt dat hij dat wil, en Laurent doet altijd precies wat hij zegt. Aan de andere kant begint hij zich steeds meer bewust te worden van zijn talent. Er zijn veel gerenommeerde topwetenschappers die in hem een nieuwe Einstein of Newton zien, die van gigantische invloed kan zijn op de wetenschap. Aangezien arts meer een uitvoerend beroep is, zou hij zijn talent op die manier niet optimaal benutten. Dat beginnen mijn vrouw en ik ons ook steeds meer te realiseren. Waarschijnlijk zal hij daarom vanaf volgend jaar een multigedisciplineerde opleiding op maat gaan volgen, onder begeleiding van een team van topprofessoren. Wat hij uiteindelijk met zijn leven zal gaan doen is aan hem. Het maakt ons niet uit, zolang hij maar gelukkig is. Natuurlijk adviseren we hem wel, maar ondanks zijn leeftijd neemt hij zelf heel volwassen beslissingen.’

Hoe vinden jullie thuis de balans tussen Laurent intellectueel uitdagen en hem ‘gewoon’ kind laten zijn?

‘De één vindt voetbal leuk, de ander houdt van dansen. Als onze zoon gelukkig is met kennis vergaren, steunen we dat. Wat we wel belangrijk vinden is dat hij van veel zaken proeft en dat hij voldoende beweegt. We hebben veel sportclubs versleten, van basketbal en honkbal tot kung fu en breakdance, maar sport en lego zijn nu eenmaal niet aan Laurent besteed. Het is zeker niet zo dat hij alleen maar wetenschappelijke boeken en artikelen leest, Harry Potter en de Donald Duck vindt hij ook leuk. We merken dat hij nu aan het ‘stoeien’ is met zijn talent. Pas als hij het serieuzer neemt, wordt het tijd om hem intellectueel uit te dagen. Daarin zullen wij hem als ouders ondersteunen, maar Laurent bepaalt zelf wat hij wil en wat niet.’

Voor meer artikelen klik hier

Taoïstische Tai Chi

Een bewegingsvorm, maar niet zomaar één: Taoïstische Tai Chi. Het schijnt wonderen te doen voor zowel het lichamelijke als mentale welzijn. Het doel? Lichaam en geest terugbrengen naar de oorspronkelijke staat, want volgens de leer zijn zij met elkaar verbonden. En vanwege de rustige en vloeiende bewegingen, kan iedereen het beoefenen: zelfs hartpatiënten.

Taoïstische Tai Chi is een variant op de eeuwenoude Chinese zelfverdedigingskunst dan wel bewegingsvorm, Tai Chi, ontwikkeld door een Taoïstische monnik in China. Op het klassieke Tai Chi bestaan diverse variaties. Maar ondanks de verschillen, hebben zij allen een gemeenschappelijke factor: het verbeteren van de algehele gesteldheid.

108

De hedendaagse Taoïstische Tai Chi, ook bekend als bewegingsmeditatie of interne bewegingskunst, is gestript van vecht- en verdedigingselementen en levert volgens de beoefenaars een waslijst aan gezondheidsvoordelen op. Fysiek traint u het hele lichaam en zorgt het voor balans, flexibiliteit en mobiliteit. Hierdoor bent u stabieler en krijgt u een betere houding. Mentaal werkt het stressverminderend en is het stemmingsverbeterend: het hart wordt ‘getemd’ en rust wordt ontwikkeld.

Taoïstische Tai Chi bestaat in een notendop uit een set van 108 bewegingen. Kenmerkend hieraan zijn de rustige strek- en draaibewegingen waarbij de ledematen constant in beweging zijn en het draaien van het middel in combinatie met de ruggengraat. De verschillende houdingen gaan vloeiend in elkaar over. Alle 108 bewegingen hebben een naam. Deze namen, waarvan sommige zinnen zijn, doen haast poëtisch aan. Van ‘Witte ooievaar spreidt vleugels’, tot ‘Zijdelings vliegen’ en ‘Stap vooruit naar de zeven sterren’.

Volgens de Taoïstische Tai Chi werken de bewegingen bevorderend voor pezen, spieren en gewrichten, maar ook voor de organen en het bindweefsel. Door de bewegingen worden ze gestimuleerd, getraind en gemasseerd. Maar met Taoïstische Tai Chi traint u niet alleen uw lichaam. De mentale training bestaat uit het oefenen van en met eigenschappen als geduld, opmerkzaamheid en hulpvaardigheid. Een van de kernwaarden van Taoïstische Tai Chi, is dan ook ‘ogen zien, handen doen’.

Allemansvriend

Als beginner is het zaak om de set van 108 bewegingen te leren. Iedereen doet dit op zijn of haar eigen tempo, maar over het algemeen worden voor het doornemen van alle bewegingen enkele maanden uitgetrokken. Eenmaal onder de knie, behoort het volgen van verdiepende workshops tot de mogelijkheden. Hierbij wordt extra aandacht besteed aan het perfectioneren van de afzonderlijke resultaten.

Bij Taoïstische Tai Chi gaat het niet -zoals bij de meeste sporten het geval is- om prestatiedruk waarbij alles harder en sneller moet. Integendeel: de bewegingen staan centraal. Maar het uiteindelijke doel, het bevorderen van het algehele welzijn, wordt hierdoor eveneens bereikt. Daardoor is Tai Chi een allemansvriend en kan iedereen, ongeacht leeftijd en conditie, het beoefenen. Daarnaast kan Taoïstische Tai Chi een leven lang worden beoefenend, men is nooit uitgeleerd.

Al op leeftijd? Des te meer reden om aan het Taoïstische Tai Chi-en te gaan. Tijdens het ouder worden, krimpen we. Naar het schijnt wordt door Taoïstische Tai Chi dit proces afgezwakt, omdat door al het strekken, het kraakbeen tussen de wervels minder inzakt. Het maakt u daarnaast soepeler, doordat u, uw hele lichaam beweegt. En volgens sommige Chinezen schuilt daarin het geheim van een langer leven: het soepel houden van de onderrug.

Drie weetjes

  • Tai Chi is de verkorte naam van Tai Chi Chuan
  • Chi betekent vrij vertaald energie
  • Tai Chi bestaat uit verschillende stijlen welke op hun beurt weer zijn onderverdeeld in substijlen naar aanleiding van de leraren. Elke stijl kent eigen vormen die worden overdragen van leraar op leerling.

Geïnspireerd?

Tot de wereldwijde non-profitorganisatie ‘International Taoist Tai Chi Society’ behoort tevens de ‘Taoïstische Tai Chi Vereniging Nederland’. Op hun website (www.taoisttaichi.nl) staat een overzicht van het lesaanbod door Nederland. Zoek hier een introductieles uit en maak kennis met de Taoïstische Tai Chi. Volgens de vereniging hebben alle programma’s het ontwikkelen van hart, geest en lichaam tot doel. De oprichter van de organisatie is de wijlen Master Moy Lin Shin, een Taoïstische monnik die zelf met chronische gezondheidsproblemen kampte en hier vanuit begon te trainen. Hij wijdde zijn leven aan zijn organisatie. Naar zijn stijl onderwijst de vereniging in Nederland.

‘Met Tai Chi maak je jezelf helemaal los van de buitenwereld en concentreer je je alleen nog op jezelf. Het geeft een mens wat hij het meeste mist: tijd voor zichzelf.’ – Nathalie Dudognon, Tai Chi docente

Bron: Plus Online

‘Het ontwikkelen van hart, geest en lichaam.’ – Taoïstische Tai Chi Vereniging Nederland

Voor meer artikelen klik hier

Geen gelijke kansen voor mannen en vrouwen?

‘Reanimatie bij vrouw niet anders dan bij man.’

Amerikaans onderzoek wijst uit dat vrouwen minder kans hebben om gereanimeerd te worden dan mannen, wanneer zij een hartaanval krijgen. Mogelijk zijn omstanders bang om de borsten aan te raken. Hoe terecht is deze angst?

In Nederland vinden jaarlijks tussen de 7.000 en 8.000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis, blijkt uit cijfers van de Hartstichting. Meestal is het slachtoffer dan thuis, maar in 30% van de gevallen vindt de reanimatie plaats op straat of in een openbare gelegenheid. Als er binnen 6 minuten wordt gestart met reanimeren en er een AED wordt gebruikt, zijn de overlevingskansen het grootst. In de kostbare minuten voor de ambulance arriveert, kunnen omstanders dus het verschil maken tussen leven of dood.

Daarom is het dus essentieel dat zo veel mogelijk mensen kunnen reanimeren. Volgens het Rode Kruis heeft driekwart van de Nederlanders hiervoor echter onvoldoende kennis. Ook weten de meeste mensen niet hoe ze een AED, een automatische defibrillator, moeten gebruiken. Gelukkig heeft Nederland, als eerste land ter wereld, wel een netwerk van 170.000 burgerhulpverleners die zo snel mogelijk in actie kunnen komen als iemand een hartstilstand krijgt.

Hoe belangrijk adequate kennis over reanimatie is, blijkt wel uit de schokkende resultaten van een recent onderzoek uit de VS. Wetenschappers onderzochten bijna 20.000 gevallen van reanimaties buitenshuis. Daarvan werd 45% van de mannen door een omstander gereanimeerd, ten opzichte van 39% van de vrouwen. De gereanimeerde mannen hadden ook 23% meer kans om de reanimatie te overleven. De onderzoekers vermoeden dat dit grote verschil verklaard kan worden doordat omstanders bang zijn om de borsten van de vrouw te ontbloten of aan te raken. Bij de mensen die binnenshuis – in de meeste gevallen dus door bekenden – werden gereanimeerd, werd er namelijk wél even vaak ingegrepen bij vrouwen als bij mannen.

Mannentorso

De Amerikaanse Hartstichting concludeerde dat er bij reanimatiecursussen meer aandacht besteed moet worden aan het reanimeren van vrouwen, bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van vrouwelijke poppen. Bij de meeste cursussen wordt immers gewerkt met een mannentorso.

Jan Franssen, instructeur bij Stichting Reanimatie Limburg, heeft al 46 jaar ervaring met reanimeren. Hij was ruim twee decennia ambulanceverpleegkundige en werkt momenteel op de Spoedeisende Hulp van het Laurentius Ziekenhuis te Roermond. Daarnaast geeft hij al ruim 30 jaar reanimatie- en AED-trainingen, zowel voor ziekenhuismedewerkers als particulieren. ‘Voor mij heeft het bij een reanimatie nooit uitgemaakt of de patiënt een man of een vrouw is’, zegt hij. ‘Ik denk dat dat voor alle professionals geldt. Door het Amerikaanse onderzoek heb ik me echter wel gerealiseerd dat het voor omstanders die weinig of geen ervaring hebben met reanimeren, wellicht anders kan zijn.’

Bij de cursussen van Stichting Reanimatie Limburg wordt een vrouwelijke pop gebruikt met (kleine) borsten. Dit is puur toeval, legt Franssen uit. ‘We leggen in de cursus namelijk geen nadruk op het verschil tussen mannen en vrouwen. Heel af en toe vraagt een cursist er wel naar, en dan leg ik uit dat reanimatie bij vrouwen precies hetzelfde gaat als bij mannen. De borsten hoeven ook niet te worden aangeraakt, want de druk moet juist op het borstbeen in het midden worden gelegd. Als de patiënt op de rug ligt, vallen (grote) borsten automatisch naar de zijkant. Zeker als het om oudere mensen gaat, die doorgaans slappere borsten hebben.’

Afschermen

‘Bij een reanimatie met de hand is het niet per se nodig om de bovenkleding uit te trekken, maar een AED moet wel op de blote huid gebruikt worden’, vervolgt hij. ‘Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die schroom hebben om een vrouw in het openbaar te ontkleden. Zelf probeer ik de patiënt altijd af te schermen van kijkers, maar dit doe ik ook bij mannen. Bij mensen met een islamitische achtergrond, die we sowieso al weinig zien op de cursussen, merk ik soms wel dat ze iets terughoudender zijn wat betreft het reanimeren van vrouwen. Misschien is het ook een vorm van schaamte.’

Hij betwijfelt of zinvol is als er tijdens reanimatiecursussen verschillende soorten poppen worden gebruikt. ‘Er is al langer discussie over of we over moeten gaan op genderneutrale poppen, maar ik denk eerlijk gezegd niet dat het nodig is dat iedereen leert reanimeren op zowel een mannen- als vrouwenpop. Daarmee zou je namelijk ook verwarring kunnen creëren: je benadrukt dan juist het verschil, terwijl dat er helemaal niet is. Wel heb ik mezelf voorgenomen om meer alert te zijn op het signaleren van vragen bij cursisten over het reanimeren van vrouwen, ook als ze die vragen niet uit zichzelf durven te stellen.’

Voor meer artikelen klik hier

Oud-hoofdredacteur Dick Bijl gaat zelfstandig verder

Dat we sinds minister Els Borst geen medicus meer gehad hebben als minister van Volksgezondheid, wisten we al. Maar het kan nog erger. Ook de top van het ministerie bestaat louter uit mensen die geen medische achtergrond hebben. Ze hebben verstand van financieel management en economie. Maar niet van uw en mijn gezondheid. En toch beslissen zij over ons.

Dick Bijl

Een van de mensen die zich daar kwaad over maakt is Dick Bijl, tot voor kort hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin. Tot voor kort. Want Dick gooide het bijltje er in juli bij neer, tot het uiterste getergd door de jarenlange tegenwerking vooral vanuit het ministerie. Het Geneesmiddelenbulletin is een blad naar ons hart. Of eigenlijk was. Het blad bestaat niet meer. Tenminste niet als papieren uitgave.

Ruim vijftig jaar geleden richtte de overheid het Geneesmiddelenbulletin op om artsen, patiënten en apothekers onpartijdige informatie te geven over geneesmiddelen. Maar diezelfde overheid schrok al snel van de kritische toon van het blad, en begon het bulletin af te knijpen.

We krijgen informatie over medicijnen vooral van de farmaceutische industrie. Maar die informatie is erg eenzijdig en soms zelfs twijfelachtig, of gewoon onwaar. Het Geneesmiddelenbulletin wilde betrouwbare informatie geven, waar ook wij als patiënten wijzer van worden.

Dat bevalt de industriebazen niet. Zij hebben een grote invloed op het ministerie dat het blad met een kleine half miljoen euro per jaar subsidieert. Meermaals werd het bulletin met opheffing bedreigd, omdat de geldkraan bijna werd dichtgedraaid. Nu is het ministerie erin geslaagd de papieren editie om zeep te helpen, vindt Dick Bijl. Wat overblijft is een website, maar wie leest die?

‘We stuurden onze papieren editie maandelijks mee met andere bladen, zoals Medisch Contact. Daardoor bespaarden we verzendkosten en hadden we een groot bereik. Dat bereik valt nu weg’, vertelt Bijl. ‘We draaiden vooral op vrijwilligers. Het blad werd zeer gewaardeerd door de lezers. De farmaceutische industrie heeft hiervoor ongetwijfeld met succes gelobbyd bij het VVD-ministerie. Een doelbewuste actie, denk ik!’

‘Dat ligt aan de minister en de ambtelijke top van het ministerie’, aldus Bijl. ‘De vorige minister, Edith Schippers (VVD), duldde geen tegenspraak en liet zich omringen door applauscolleges. Dan is het handig dat ook de top van het ministerie niet medisch onderlegd is, en geen weerwoord heeft tegen de lobby van de farmaceutische industrie.’

Het bleek niet moeilijk om het bulletin lam te leggen. Een Amsterdamse psychiater diende een klacht in bij het tuchtcollege na een verhaal van Bijl over Ritalin. Bijl had opgeschreven dat dit ‘medicijn’ tegen ADHD niet helpt, gevaarlijk is want deze kan zorgen voor ernstige hartproblemen, en als klap op de vuurpijl, verslavend is. De rechtszaak won Bijl weliswaar, in hoger beroep. Maar dat kostte een vermogen aan advocaten. Het ministerie lapte niet bij, en dus dreigde het bulletin failliet te gaan. Duidelijk werd dat de geldproblemen zouden leidden tot het opheffen van de papieren editie.

Bijl vindt de gang van zaken rieken naar corruptie. ‘Het bulletin is sterk onder druk gezet om louter te digitaliseren. Appje erbij en klaar. We werden gedwongen met het papier te stoppen. Het is een ernstige zaak dat hierop in de politiek nauwelijks gereageerd werd. Alleen SP-kamerlid Henk van Gerven, de enige huisarts toen in de Kamer, stelde vragen. Zelfs de PvdA steunde Schippers.  Toen zich inmiddels ook een behoorlijke vijfde colonne in de gremia van het bulletin had genesteld dat, niet gehinderd door methodologische kennis, evenals het ministerie, ook positievere artikelen wilde, had ik er geen zin meer in.

Men wilde de subsidie nooit verhogen, ondanks dat de geleverde kwaliteit voor een habbekrats was. Wetenschappelijke informatie van een zeer hoog niveau. We moesten en zouden echter af van de papieren editie en daarmee dus van ons bereik.’

Heel wat coulanter is het ministerie voor het Instituut Verantwoord Medicijngebruik IVM. ‘Die krijgen maandelijks veel geld voor het maken van reclame voor nieuwe geneesmiddelen’, weet Bijl.

Dick Bijl is tegenwoordig als zzp-er actief, schrijft artikelen, geeft lezingen en sprak onlangs nog het Europees Parlement toe waar hij pleitte voor meer onafhankelijk onderzoek. Verder is hij bezig met enkele boeken over het gebruik van geneesmiddelen.

‘Ik vind dat er striktere regels moeten komen bij de toelating van nieuwe medicijnen. Fabrikanten moeten aantonen dat een nieuw middel beter werkt dan het bestaande middel, anders geen vergoeding. Er moet meer onafhankelijk onderzoek komen. Er zijn nu veel zinloze medicijnen: fabrikanten moeten aantonen dat een middel echt werkt. Nu hoeven ze alleen aan te tonen dat het beter helpt dan een placebo. Een patiënt moet zich er beter door voelen. Nu voelt bijvoorbeeld minder dan vijf procent van de patiënten zich iets beter door antidepressiva. Helaas heeft het ministerie een negatieve invloed en worden geneesmiddelen steeds makkelijker toegelaten. Naar mijn mening hebben we juist behoefte aan veiligere en betere geneesmiddelen.’

Voor meer artikelen klik hier

Met een hartprobleem de auto in: waar moet u op letten?

U zou er misschien niet meteen bij stilstaan. Maar als u een hartprobleem heeft, kan dat invloed hebben op uw rijvaardigheid. Daarom is het goed om te weten met welke regels u te maken krijgt als u met hartklachten de auto in stapt en op welke manier u kunt beoordelen of uw rijvaardigheid  nog voldoende is.

Autorijden na een hartoperatie

Een hartoperatie is een heftige ingreep die nog een tijd klachten kan geven, zoals duizeligheid, vermoeidheid en pijn in uw spieren, nek en rug. Als u plotselinge bewegingen moet maken of hard moet remmen geeft dat bovendien een extra belasting op uw litteken en borstbeen. Hoe lang u na een hartoperatie niet mag autorijden is niet bij wet vastgelegd. Vaak zal de specialist u erover adviseren.  Vier à zes weken de auto laten staan is het meest gebruikelijke advies. Zo krijgt uw lichaam de kans om voldoende te herstellen en brengt u zichzelf en anderen niet nodeloos in gevaar.

Maar als die periode na de operatie voorbij is, kunt u dan weer met een gerust hart autorijden? Niet altijd. In sommige gevallen moet onderzocht worden of u na die eerste periode weer de auto in kunt. Gelukkig zijn de regels soepeler geworden. Voor het jaar 2000 mocht u na het plaatsen van bijvoorbeeld een ICD nooit meer autorijden. Inmiddels is dat anders. Om te mogen rijden met een ICD,  moet deze twee maanden na implantatie geen elektrische schokken hebben afgegeven. Een steunhart moet twee maanden na implantatie geen complicaties hebben opgeleverd. Als dat allemaal niet het geval is, dan kunt u in principe gewoon rijden voor privégebruik en beperkt zakelijk gebruik. Daarvoor is net als bij een pacemaker wel een gezondheidsverklaring nodig en een rapportage van de cardioloog die beide worden overgelegd aan het CBR. Aan de rapportage van de cardioloog zijn kosten verbonden. Die variëren, maar u kunt rekenen op ongeveer € 150,-.

De gehele procedure kan enige tijd in beslag nemen. Het CBR hanteert een maximale termijn van vier maanden.

Overige hartproblemen

Er zijn ook andere hartproblemen, zoals een ritmestoornis, of hartfalen, die u kunnen doen twijfelen aan uw eigen rijvaardigheid. Het CBR beoordeelt bij gezondheidsproblemen. Het heeft daarvoor de eerder genoemde gezondheidsverklaring opgesteld. Een vragenlijst die u kunt invullen om te achterhalen of uw rijvaardigheid nog in orde is en niet teveel wordt beïnvloed door eventuele gezondheidsproblemen. Die vragenlijst invullen kost € 34,80. Maar voor u daarmee aan de slag gaat kunt u het beste eerst overleggen met uw arts. Wellicht is het niet eens nodig en maakt u zich voor niets zorgen. Als u hem wel invult wordt daarna meteen duidelijk of nader onderzoek, bijvoorbeeld door een specialist, of een rijtest door het CBR nodig is. Een rijtest is geen rij-examen. Er wordt alleen gekeken naar of u in staat bent de auto veilig te rijden. U legt de rijtest meestal af in uw eigen auto en de test is gratis.

Bij zorgen begint het dus met overleggen met uw eigen arts over het invullen van de  gezondheidsverklaring. Deze verklaring vindt u op de site van het CBR, nadat u heeft ingelogd met  uw DigiD.

Als u door het CBR geschikt bent verklaard om auto te rijden is deze verklaring soms voor een beperkte duur geldig.

Wat als ik niet (meer) mag autorijden?

In sommige gevallen mag u niet meer autorijden. Bij ernstige hartritmestoornissen bijvoorbeeld. Het kan een pijnlijke boodschap zijn als u hiervan per brief door het CBR op de hoogte bent gesteld. U kunt geen rijbewijs aanvragen of vernieuwen. Het CBR maar ook het RDW zijn ervan op de hoogte dat u niet geschikt bent om te rijden, evenals uw gemeente. Uw rijbewijs wordt ongeldig. Als u gewend was om veel gebruik te maken van de auto, betekent het een behoorlijke omslag in uw manier van leven. Maar als u het niet eens bent met de beslissing kunt u ofwel een hernieuwde keuring aanvragen of bezwaar maken (niet allebei). Het kan ook zijn dat het na een tijdje een stuk beter met u gaat. Dan kunt u de gezondheidsverklaring opnieuw invullen en zo opnieuw laten beoordelen of u inmiddels weer wel in staat bent om auto te rijden. Niet meer autorijden is dus niet zo definitief als het lijkt.

Voor meer artikelen klik hier