On-Site Promotie Liliane Said

“Sahtak bi Sahnak: Your Health On Your Plate; The Development, Implementation, And Evaluation Of A Nutrition Programme For Lebanese Adolescents”

Goethe zei ooit: “Weten is niet genoeg, we moeten het toepassen. Willen is niet genoeg, we moeten het doen”. Met betrekking tot obesitas bij kinderen weten we dat dit een ernstig gezondheidsprobleem is dat wereldwijd meer dan 340 miljoen kinderen en adolescenten treft. Ook in de Arabische wereld is obesitas bij kinderen een probleem. Het doel van dit proefschrift was het ontwikkelen, implementeren en evalueren van de eerste voedingsinterventie gericht op Libanese adolescenten op middelbare scholen.

Sahtak bi Sahnak (wat ‘Je gezondheid op je bord’ betekent) is een op theorie gebaseerde, school-geïntegreerde, cultureel passende en goedkope voedingsinterventie. De primaire doelstellingen van deze interventie zijn het verbeteren van de kennis over en de naleving van voedingsgewoonten, en bijgevolg het voorkomen van obesitas onder 15-18-jarige adolescenten in Libanon. Zo hoopt dit proefschrift bij te dragen aan de verbetering van de gezondheid van Libanese adolescenten.

Klik hier voor het volledige proefschrift.

Klik hier voor de live stream.

Bron: www.maastrichtuniversity.nl

Het grijze gebied genaamd prediabetes

Prediabetes is de fase die voorafgaat aan diabetes type-2. In dit voorstadium merk je niks van de schade die er al aan je lichaam wordt toegebracht. Maastrichts onderzoek toonde recentelijk aan dat ook de schade aan zenuwen en bloedvaten al meetbaar is bij prediabetes. Prof. dr. Coen Stehouwer leidt de Maastricht Studie en de afdeling Interne Geneeskunde van MUMC+. Zijn werk en daarmee MUMC+ behoort tot de absolute wereldtop op dit gebied.

Zo’n vijftig jaar geleden werd de diagnose diabetes pas gesteld als je er als patiënt last van had, vertelt prof. dr. Stehouwer. De te hoge bloedsuikerwaardes leiden bijvoorbeeld tot veel plassen en dorst. “Maar als je daar last van hebt, is de waarde al verre van normaal. Daarom werden de diagnosecriteria naar beneden bijgesteld. De diagnose diabetes werd gekoppeld aan het risico op ziekte. Je kunt zeggen dat het grijze gebied tussen normaal, oftewel wit, en diabetes, oftewel zwart, kleiner werd met die nieuwe criteria. Dat grijze gebied noemen we ‘prediabetes’.”

Sterretje in de ruit

Doorgaans merk je zelf niks van licht verhoogde bloedsuikerwaardes en dus prediabetes. De organen worden al aangetast, maar nog niet zo erg dat je er last van hebt. “Vergelijk het met een sterretje in de voorruit van je auto. Het menselijk lichaam kan heel lang heel veel hebben. Zo wordt de lever  beschadigd door alcohol, maar duurt het een tijd voordat dat zo ernstig wordt dat je er klachten van krijgt.” Gemiddeld heeft iemand tien jaar prediabetes voordat het stadium diabetes type-2 bereikt wordt. “Het is een langzaam voortschrijdende ziekte die steeds ernstiger wordt. En uit ons onderzoek is gebleken dat ook de schade aan de zenuwen, in benen, hart, ogen en hersenen, meetbaar is. Hoe ‘donkerder grijs’ de prediabetes is, dus hoger de bloedsuikerwaarde, hoe groter die schade.”

Monnikenwerk

Wat de Maastrichtse studie bijzonder maakt is het grote aantal mensen dat onderzocht is: zo’n negenduizend. Met behulp van onderzoekstechnieken die deels pas tien jaar bestaan, konden de onderzoekers het monnikenwerk klaren. “Dankzij de omvang van de bestudeerde groep, kun je ook zeggen dat het representatief is voor de hele bevolking.” De bevindingen hebben impact op de manier waarop wereldwijd naar prediabetes wordt gekeken. Want is het niet verstandiger het ‘grijze gebied’ op te heffen en al bij de eerste verhoogde bloedsuikerwaardes te spreken van ‘diabetes type-2’? “In Amerika zijn de richtlijnen al aangepast in die zin dat actief opsporen en behandelen van prediabetes aanbevolen wordt. Dat heeft natuurlijk flinke consequenties, want waar 10% van de Nederlanders diabetes type-2 heeft, heeft 25% prediabetes. De groep patiënten die je moet gaan behandelen groeit dus in één klap enorm als je prediabetes actief wilt gaan opsporen en behandelen.”

Investeren in preventie

In Nederland is het dan ook nog niet zover en gebaseerd op de terughoudende aard hier verwacht Stehouwer dat het nog minstens vijf jaar duurt voor ‘die draai gemaakt is’. “Pas dan zullen patiënten er iets van gaan merken. Afhankelijk van de bereidheid van de overheid om te investeren in preventie kun je dan kiezen voor screening, waarbij een bepaalde groep wordt uitgenodigd, zoals het bevolkingsonderzoek darmkanker voor 55-plussers. Gemakkelijker in te voeren is ‘case finding’, wat betekent dat de huisarts je bloedsuikerwaarde meet als je voor iets anders komt en vervolgens behandeling start als je waardes verhoogd zijn. Op dit moment wordt in dat laatste geval nog niet of nauwelijks actie ondernomen.”
In de nabije toekomst gaat de Maastricht Studie verder onderzoek doen naar zenuw- en bloedvatschade door verhoogde suikerwaardes. Hoe snel verergert de schade bijvoorbeeld? En zijn er mensen aan te wijzen die een groter risico lopen op schade dan anderen, waardoor je gerichter kunt behandelen?

Hoe verklein je het risico?

Om het risico op (pre)diabetes te verkleinen, komen de bekende leefstijladviezen weer om de hoek kijken. “Ook dit is een leefstijlziekte. Tachtig procent van de mensen met diabetes type-2 heeft overgewicht, maar de meeste mensen met overgewicht krijgen geen diabetes. Bij die laatste groep slaagt de alvleesklier erin voldoende insuline aan te blijven maken. Hoe goed dat lukt, is ook erfelijk bepaald. Dus de falende alvleesklier in combinatie met met overgewicht vormt de tweetrapsraket die leidt naar diabetes. Als je daarop tijdig ingrijpt, liefst zo vroeg mogelijk in het grijze stadium als je het mij vraagt, is er nog veel gezondheidswinst te behalen.”

Bron: www.mumc.nl

Een healthy lifestyle met een kookboek

Kwakkel jij al jaren met jouw gezondheid en heb je tal van klachten en kwaaltjes waar je maar niet vanaf komt? Volgens Tanja Faber-Baetsen (52) kan ons eetpatroon de boosdoener zijn. Samen met haar man, Lars Faber, schreef zij het kookboek ‘PUUR’. Een receptenboek voor iedereen die op een makkelijke en haalbare manier het immuunsysteem wil boosten. En die extra kilo’s liever kwijt dan rijk is! Wij gingen met Tanja in gesprek.

Tanja en Lars zijn er stellig in: “PUUR is niet het zoveelste kookboek met gezonde(re) recepten. Integendeel!” Volgens hen is het hét receptenboek dat gezond leven en afvallen stimuleert. Wat het anders maakt? “Het leert een gezonde voedingsstijl aan met blijvend effect en helpt om niet terug te vallen in oude gewoonten. En de 21-dagen challenge is een mooie uitdaging om verantwoord af te vallen en tevens een stok achter de deur,” aldus Tanja.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

‘Dan word je toch huisvader?’

“Misschien kan hij wel huisvader worden. Zeker nu je zoon naar school gaat. En anders als hij wat ouder is.” Pardon!?! Ik wist niet wat ik hoorde. Ik wilde van alles zeggen, maar telde tot tien. Mijn man was alweer afgeleid en had geen tijd om te reageren. Ondertussen was ik al bijna bij de honderd en beet nog steeds op mijn tong. Kregen we dit ongevraagde advies echt van iemand die ons goed kent? Iemand die blijkbaar toch niet goed weet wat hartfalen inhoudt?

Het kwam ter sprake in een gesprek over de rolverdeling thuis. We hadden het over het feit dat ik de hoofdkostwinner ben nu mijn man voor een deel is afgekeurd. En dat ik dit soms best wel zwaar vind.

Eenmaal thuis raakten we er niet over uitgepraat. Hoe kon iemand denken dat hij huisvader kon zijn? Huisvader zijn betekent niet alleen voor ons kind zorgen, het is veel meer dan dat. Dingen regelen, bedenken wat we eten, de boodschappen doen en vergeet alle huishoudelijke klussen niet. Dat gaat niet eens altijd. Zo slaat hij het stofzuigen van het kleed over, want dat is te zwaar. Er zijn nog meer van die kleine vanzelfsprekende klusjes die niet meer vanzelfsprekend zijn. En vaak worden gevolgd door een pauze. Maar niemand die dat ziet.

Maar dan nog… alleen al voor onze kleuter zorgen is veel te zwaar. Zeker nu er vaker slechte momenten zijn. Het komt regelmatig voor dat m’n man zich even moet terugtrekken. Bovendien heeft ons kind energie voor tien. Dat is soms best pittig voor iemand met een verminderde pompkracht (en ook voor gezonde mensen, zeg ik met een glimlach).

We waren aardig gekwetst. Na een paar dagen besloten we er alsnog wat van te zeggen. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, maar we deden het. We wilden niet dat deze opmerking tussen ons in kwam te staan. Dus belde mijn man op en vertelde nog eens wat hartfalen met je doet. De ander had geen idee dat hij ons zo had geraakt. Dat was niet de bedoeling. Onze boosheid maakte plaats voor een trots gevoel. We hadden ons hart gelucht bij de persoon die het moest weten. En wij weten dat we voortaan gelijk naar ons hart moeten luisteren.

Cilla Schot

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Alyshia mist een long en heeft haar hart rechts

Bij de twintig weken echo zat het hartje van Alyshia (6) een beetje gedraaid. Althans, dat was wat de artsen dachten. Later werd duidelijk dat dat het niet was. Moeder Priscilla Holleman (27) en de rest van het gezin werden geconfronteerd met iets veel groters: het hart van Alyshia zat aan de verkeerde kant en ze miste haar rechterlong.

Het was een schok voor Priscilla toen ze hoorde wat er met Alyshia aan de hand was. Wat de kansen van haar dochter waren, was ook de artsen onduidelijk. Kort nadat de ontdekking werd gedaan, moesten Priscilla en haar man daarom een knoop doorhakken. “We hadden zes dagen de tijd om te kiezen of we de zwangerschap wilden voortzetten of afbreken. Dat was een héél heftig moment. We hadden geen idee waar we goed aan deden. Daarom hebben we op een gegeven moment gezegd: we gaan wel zien wat ze kan. In principe valt er met het hart aan de verkeerde kant te leven, net als met één long. We besloten haar een kans te geven.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Leefstijlprogramma’s: check of jouw verzekering deze vergoedt!

Er valt veel te halen uit een basiszorgverzekering. Uit een aanvullende zorgverzekering al helemaal. Maar vaak weten wij dat niet. Zonde! Want vergoedingen waar je recht op hebt blijven liggen. Leefstijlprogramma’s die vergoed worden uit de basisverzekering zijn daar één van. Maar wat is het en wat valt ermee te winnen? HPNLmagazine zocht het uit!

De zogeheten gecombineerde leefstijlprogramma’s, ook wel bekend als gecombineerde leefstijlinterventies (GLI’s), zijn in het leven geroepen om een blijvende gedragsverandering en een gezonde leefstijl op lange termijn teweeg te brengen. De vier erkende GLI-programma’s zijn de ‘BeweegKuur’, ‘SLIMMER’, ‘Cool’ en ‘Samen Sportief in Beweging’. Vanuit de basisverzekering worden deze programma’s vergoed door zorgverzekeraars. Maar wat zijn de voorwaarden?

Voor wie

In de GLI’s ligt de focus op drie punten, namelijk: beweging, voeding en gedragsverandering. Het doel? Een betere lichamelijke fitheid, net zoals een betere kwaliteit van leven en gewichtsverlies. Elke deelnemer krijgt begeleiding van meerdere specialisten, waaronder een diëtist, fysiotherapeut en leefstijlcoach of oefentherapeut. Welke programma’s beschikbaar zijn, hangt af van het aanbod in de regio.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Denk eens na over vitamine K

Binnen de cardiologie wordt veel gebruikgemaakt van vitamine K antagonisten als geneesmiddel. Inmiddels maakt dit steeds meer plaats voor nieuwe medicijnen die op een andere plek in de bloedstolling werken. Cardioloog Remko Kuipers pleit hiervoor. Dit is waarom.  

Kuipers heeft het altijd frappant gevonden. Een vitamine is volgens hem niet voor niets een vitamine: iets dat je moet binnenkrijgen omdat je het zelf niet kunt aanmaken. Vitamines zijn essentieel om te overleven. Toch is er ooit een vitamine K antagonist ontwikkeld. “Dit geneesmiddel is al jaren op de markt. Misschien is dat ook wel de verklaring voor het feit dat bijna niemand zich erover verwondert. Is het niet heel gek dat je een vitamine in het lichaam met zo’n middel blokkeert?”

Blokkade

Allereerst is het belangrijk om te begrijpen wat vitamine K precies in het lichaam doet. De reden dat cardiologen graag vitamine K antagonisten als acenocoumarol en fenprocoumon voorschrijven, is dat vitamine K een rol speelt bij de bloedstolling. Vitamine K zorgt ervoor dat bloed kan stollen. Als je deze vitamine blokkeert, kan het bloed dus minder goed stollen. Vitamine K antagonisten zijn dan ook beter bekend als bloedverdunners. Vitamine K is daarnaast betrokken bij je calcium metabolisme en dirigeert calcium als het ware naar de juiste plek: naar je botten, maar ook naar je bloedvaten. “In 1997 is er een hele belangrijke studie geweest. Daarin werd onderzocht wat er bij proefdieren gebeurde als vitamine K in het lichaam werd geblokkeerd. Daar zag men dat sommige dieren niet eens levend werden geboren en andere dieren al op jonge leeftijd kwamen te overlijden door enorme bloedvatverkalking. De belangrijkste conclusie van die studie: als je vitamine K blokkeert, krijg je verkalking op de verkeerde plekken. Calcium komt dan onder andere in je bloedvaten terecht.”

Aderverkalking

Naar aanleiding van onder andere deze studie zijn er volgens Kuipers ook patiënten begonnen met het slikken van vitamine K. Zo zou je aderverkalking tegengaan. Kuipers ziet soms zelfs patiënten die een hartinfarct hebben gehad en geen cholesterolverlagers, maar wél vitamine K slikken met het idee dat ze dan geen aderverkalking meer kunnen krijgen. “Voor veel mensen is een bloedvat één buis waar bloed doorheen stroomt, maar zo simpel is het niet. Een bloedvat bestaat uit minstens drie lagen. Bij aderverkalking wordt een bloedvat stijf of hard en is het niet meer zo elastisch als het zou moeten zijn. Heb je een bloedprop, kan het dus niet meer uitrekken zodat het bloed verder kan stromen. Cholesterol speelt een rol bij de meest voorkomende vorm van aderverkalking: die aan de binnenste laag van het bloedvat. Bij een tekort aan vitamine K verkalkt de middelste laag van het bloedvat. Bij de meeste mensen voorkom je aderverkalking dus niet door extra vitamine K te slikken, maar bij gebruik van vitamine K antagonisten kan de mate van aderverkalking dus wél toenemen.”

Hogere calciumscore

Verscheidene studies tonen aan dat mensen die een vitamine K antagonist gebruikten, een hogere calciumscore hebben. Hoe langer dit medicijn wordt gebruikt, hoe hoger de calciumscore. Dat betekent dat de bloedvaten van deze groep mensen meer verkalkt zijn. “Enerzijds beschermen vitamine K antagonisten tegen een beroerte, anderzijds stimuleren ze aderverkalking. Bovendien blijken mensen met een vitamine K antagonist behalve snellere verkalking van de bloedvaten, ook een snellere verkalking van de hartkleppen te hebben. Daardoor kan bijvoorbeeld een aortaklepstenose ontstaan.”

Negatieve effecten

Eén ding staat voorop: vitamine K en alles daaromheen is ontzettend complex. Ook voor Kuipers zelf. De negatieve effecten van het blokkeren van vitamine K zijn bij veel artsen ook nauwelijks bekend. “Denk eraan dat vitamines niet voor niks vitamines zijn. Er zijn patiënten die dat heel goed begrijpen, maar die vervolgens geen gehoor krijgen bij de cardioloog. Die te horen krijgen dat het onzin is om vitamine K bij te slikken. Dat is te begrijpen. Bijscholing over de functies van vitamine K krijgen cardiologen namelijk niet, maar wél over de zoveelste cholesterolverlager. Aan de andere kant: als je vitamine K antagonisten gebruikt, is het ook levensgevaarlijk om tegelijkertijd vitamine K te gaan slikken. Eigenlijk is het zonde dat in de reguliere cardiologie weinig kennis bestaat over het ontstaan van aderverkalking in verschillende bloedvatlagen. En dat terwijl cardiologen notabene over bloedvaten gáán.”

Nieuwe antistollingsmiddelen

Nu er nieuwere bloedverdunners op de markt zijn die vitamine K niet blokkeren, zou Kuipers patiënten willen adviseren om van vitamine K antagonisten te switchen naar deze nieuwe antistollingsmiddelen. “Ook artsen moeten hierin hun verantwoordelijkheid nemen en medicijnen voor deze groep mensen – ook voor ouderen – omzetten naar pillen die vitamine K níet meer remmen. Als patiënt mag je ook best aangeven dat je hebt gehoord dat er nieuwe bloedverdunners zijn die je graag zou willen hebben. Elke arts hoort daar gehoor aan te geven.”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttig informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Remko Kuipers

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Haal alles uit het leven

Bijna tien jaar geleden spraken wij de nu 59-jarige Marco Eversdijk over zijn leven en bewonderenswaardige positiviteit, nadat hij op 43-jarige leeftijd een hartinfarct op vakantie kreeg en daaraan een pompfunctie van 35% overhield. In ‘Hoe gaat het nu met?’ nemen wij polshoogte en stellen de vraag: hoe gaat het nu met... Marco Eversdijk.

Aan positiviteit ontbreekt het Marco in ieder geval niet. Dat is totaal onveranderd. Net zoals zijn wil om alles uit het leven te halen. Hij wilt nog steeds veel. Heel veel. En dat doet die dan ook. Al heeft hij zichzelf wel enigszins moeten terugfluiten na een Covid-19 besmetting. Het ziekbed hakt er flink in waardoor hij nu kampt met chronische longembolieën en een verminderde zuurstoftoevoer. Het leuke nieuws daarentegen? Na een scheiding, heeft hij het geluk weer gevonden bij zijn huidige vriendin en in het voorjaar gaan zij trouwen!

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Nalaten vanuit je hart

De dood is waarschijnlijk niet uw favoriete gespreksonderwerp. Toch is het goed er af en toe wél even bij stil te staan. Bijvoorbeeld om zelf grip te houden op uw nalatenschap. Door Hartpatiënten Nederland op te nemen in uw testament, helpt u later toekomstige hartpatiënten in nood.

We hebben het vaker gemeld in dit magazine: wij zijn voor ons werk volledig afhankelijk van donateurs. Wij nemen geen geld aan van fabrikanten, farmaceuten of de overheid. Alleen zo kunnen wij ons werk onafhankelijk en objectief doen, zonder dat iemand met andere belangen zich daarmee bemoeit. Wij zijn dus blij met elke donatie, van groot tot klein. Maar wat ons extra diep raakt, is dat steeds meer donateurs Hartpatiënten Nederland opnemen in hun testament.

Zo ook Jeanine (om privacyredenen niet haar echte naam). “Ik draag Hartpatiënten Nederland een warm hart toe, en daarom schenk ik mijn hele vermogen aan deze lieve mensen, mocht ik komen te overlijden.” Jeanine is al vele jaren tot volle tevredenheid lid, vertelt ze. “Ik heb prachtige vakanties beleefd, waarbij ik altijd in de watten werd gelegd. Met lekkere drankjes in de bus en avonden vol gezelligheid in het hotel. Als er iemand ziek was, werd alles tot in de puntjes verzorgd. Je kunt dus vol vertrouwen met HartbrugReizen mee, zonder je zorgen te hoeven maken.”
Ook op het kantoor van Hartpatiënten Nederland is Jeanine goed geholpen. “Zo had ik een keer wat vragen gesteld, en ontving ik de volgende dag al een heel pakket per post. Met onder meer informatie over tot wie ik mij het beste kon wenden en wat voor bloeddrukmeter goed was.” Ze is blij dat ze haar nalatenschap nu heeft geregeld. “Alles is goed vastgelegd.”

Voor je uitschuiven

Dat vastleggen, waar Jeanine op doelt, gaat via een testament. “Steeds meer mensen nemen één of meer goede doelen in hun testament op. Er overlijden elk jaar 5.000 mensen met een goed doel in hun testament”, zegt Henk de Graaf. Hij is oprichter van de organisatie Centrum Nalatenschappen waarmee wij regelmatig samenwerken. Als het goede doel een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is, betaalt het bovendien geen erfbelasting. Ook Hartpatiënten Nederland is een ANBI. Wij kunnen het ontvangen bedrag dus voor de volle 100% inzetten voor ons werk, er gaat niets naar de fiscus.

Voor zo’n testament moet je wel naar een notaris. “Dat is vaak wel even een hobbel”, zegt De Graaf. “Ik spreek regelmatig mensen die daar al zeker een halfjaar tegenaan hikken en het maar voor zich uitschuiven. Dat kan ik me ook wel voorstellen, je moet er toch even goed over nadenken hoe je alles precies wilt regelen.”

Maar je kunt er beter niet té lang mee wachten. “Je weet immers niet hoe oud je precies wordt. En als alles eenmaal geregeld is, geeft dat ook een gevoel van opluchting, is mijn ervaring. Zo van: ‘Dat testament is klaar, dat kan de kast in. En nu weer lekker verder leven.’” Hij merkt dat de coronacrisis veel mensen een extra zetje heeft gegeven om de zaken toch maar te gaan regelen. “Het zet je kennelijk toch wel aan het denken, dat je zomaar opeens zo ziek kunt worden.”

Zelf bepalen wie erft

Wie z’n zaken niet op tijd regelt en nog geen testament heeft, valt onder het wettelijk erfrecht. En dat betekent dat alleen wettelijke erfgenamen erven: uw echtgenoot of geregistreerd partner en uw bloedverwanten. “Heb je geen partner of (klein)kinderen, dan erven in eerste instantie je ouders en broers en zussen”, legt De Graaf uit. “Maar als je zelf 80 bent, zijn zij vaak ook op leeftijd. Hebben ze dat geld dan nog wel nodig? Door een testament op te stellen, bepaal je zélf wie je vermogen erft.” Dat testament hoeft niet ingewikkeld of duur te zijn, benadrukt hij. “Het opstellen kost tussen de 350 en 550 euro, afhankelijk van waar je woont. Maar zeker als het geen ingewikkeld testament is, zou ik altijd even ‘rondshoppen’ en meerdere prijzen opvragen.”

Drie manieren

Er zijn drie manieren om Hartpatiënten Nederland op te nemen in uw testament. U kunt, net als Jeanine uit het begin van dit artikel, Hartpatiënten Nederland als enig erfgenaam aanwijzen. In dat geval gaat uw volledige nalatenschap naar ons. Zeker als u geen partner en/of kinderen hebt kan nalaten aan Hartpatiënten Nederland een mooie optie zijn. Een goed doel ligt gevoelsmatig vaak dichterbij dan bijvoorbeeld een neef of nicht die al jaren uit beeld is. En die er bovendien tot wel 40 procent belasting over betaalt.
Maar u kunt Hartpatiënten Nederland uiteraard ook naast uw familieleden, vrienden of andere goede doelen in het testament benoemen. De nalatenschap wordt dan tussen ons en uw andere erfgenamen verdeeld, precies op de manier waarop u dat wenst.

Een derde optie is dat u Hartpatiënten Nederland tot legataris benoemt. In dat geval laat u bijvoorbeeld een vast geldbedrag of een vast omschreven bezitting aan ons na. Uiteraard zijn ook kleine bedragen zeer welkom. Alle beetjes helpen immers!

Executeur

Er is nog een belangrijke reden om een testament op te laten stellen, vertelt Henk de Graaf. “In het testament kun je ook een executeur benoemen. Die is verantwoordelijk voor de afwikkeling van een nalatenschap en voert de laatste wil van de overledene uit.” Natuurlijk kunt u daar een familielid of vriend voor aanwijzen, maar niet iedereen wil daar zijn naasten mee opzadelen. Want een simpel erebaantje is het zeker niet: het kost aardig wat tijd en bovendien vereist het de nodige fiscale en juridische kennis.

Wat veel mensen niet weten, is dat ze Stichting Hartpatiënten Nederland ook kunnen benoemen tot executeur in hun testament. Neem gerust vrijblijvend contact met ons op als u hierover meer wilt weten. Marly van Overveld is hiervoor het aanspreekpunt, zij heeft een gespecialiseerde executeursopleiding gevolgd. Marly is tijdens kantooruren te bereiken via 085 081 1000 of per mail via marly@hartpatienten.nl. Zij staat u graag te woord over alle vragen omtrent uw nalatenschap.

Tekst: Heidi Klijsen
Beeld: Djanko

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

If you don’t take a temperature, you can’t find a fever

Het vak van cardioloog is op verschillende manieren te ‘bedrijven.’ Patiënten komen namelijk vaak met een acuut probleem, waarvoor ze een acute oplossing verwachten. Denk aan een hartinfarct of een hartritmestoornis. Op dat moment zit je als patiënt niet te wachten op een cardioloog die de boeken in duikt om zich te verdiepen in de onderliggende oorzaak van het probleem, om vervolgens te zeggen: ‘Mevrouw, u moet gezonder eten, dan had u dit hartinfarct niet gehad’ of ‘Meneer, u bent te zwaar, daarom heeft u een hartritmestoornis.’ Nee, op dat moment wil je dat de cardioloog direct het afgesloten bloedvat openmaakt (dottert) of dat er medicijnen worden gegeven om de levensbedreigende hartritmestoornis te stoppen. Gelukkig is die acute vorm van zorg in de cardiologie goed geregeld. Voor bijna elk scenario is er een uitgewerkt protocol, dat door elke cardioloog in principe doorlopen wordt.

De ware uitdaging echter, ofwel datgene waar veelal geen protocol voor is uitgekauwd, is die eerste vraag: die vraag naar de onderliggende oorzaak van het acute probleem. In de praktijk wordt die vraag door menig cardioloog dan ook niet aan zichzelf gesteld, laat staan beantwoord. Want in principe zit in de protocollen van de behandeling ook bijbehorende preventie al verwerkt. Dat wil zeggen: de preventie die geldt voor de gemiddelde persoon. Maar wie is er nou gemiddeld?

Zo worden voor de behandeling van een hartinfarct protocollair o.a. bloedverdunners en cholesterolverlagers gestart. Die krijgt iedereen: simpelweg omdat ze hun meerwaarde in grote groepen patiënten bewezen hebben. Maar niet iedereen heeft een hoge bloeddruk, of suikerziekte, laat staat een hypertriglyceridemie of een stollingsziekte. Naar dat soort onderliggend lijden moet dus actief gezocht worden: in het ziekenhuis én nadien op de polikliniek. En daarin is nog wel wat ruimte voor verbetering, want vaak verwachten huisarts en cardioloog hierbij dat de ander het wel zal hebben uitgezocht, is mijn ervaring.

Bovendien merk ik dat door toenemende aandacht voor productie, kosten en snelheid veel collega’s geen tijd meer hebben (of nemen) om na te denken over de vraag ‘waaróm’ hun patiënt een hartinfarct heeft. Als alleen de ‘hoe’ vraag ten aanzien van de oplossing van het probleem wordt gesteld, dan kan de onderliggende oorzaak, en daarmee de kans op preventie, gemist worden.

Remko Kuipers

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.