In de serie gesprekken met de Maastrichtse hartchirurg Ehsan Natour kijken we in dit magazine naar het nieuwe ik. De nieuwe mens na de hartoperatie. We spreken daarover ook met antropologe Janine Schimmelpenninck, elders in het blad . Na een hartoperatie hebben mensen een goede begeleiding nodig. Anders sta je er alleen voor en dat is iets wat veel mensen niet goed aan kunnen, weet Natour. “Mensen vragen zich af: waarom ik?”
Ehsan begint ons gesprek met een verhaal, dat hij hoorde van coach Jean Paul Toonen uit Maastricht. “Die vertelde over een oudere man die naar de specialist ging en klaagde over een kapotte knie. Normaal krijg je dan een nieuwe knie. Maar de specialist vroeg hem: hoe voel je je in je dagelijkse leven. De man zei: goed. De arts vroeg of de man veel liep. Nee, bleek, nu en dan naar de Albert Heijn en een wandelingetje. De specialist vroeg hoe het zit met de thuissituatie, of hij alleen woont en of de man nog andere klachten had. Waarop hij zei: ja, ik heb nog drie kleinkinderen, maar ze komen niet langs bij mij om te spelen. Ik heb ook een beetje last van urine incontinentie (blijft druppelen in mijn broek). Blijkbaar kwamen de kinderen niet langs omdat de broek na urine stonk. Waarop de specialist de man doorstuurde naar de uroloog, die het probleem oploste, met als gevolg dat de kleinkinderen weer komen. De knie hoefde niet geopereerd te worden, zoveel liep de man immers niet.”
Neus
Ehsan noemt dit voorbeeld omdat hieruit blijkt hoe belangrijk het is als de arts verder kijkt dan zijn neus lang is. Patiënten worden te vaak aan hun lot overgelaten, vindt Ehsan. “Na een hartoperatie zien wij de patiënten veel te weinig, wij zouden mogelijkheden moeten verschaffen voor een langdurig vervolg, zo’n drie tot twaalf maanden, en langer. En de revalidatie is vooral tot fysio beperkt. We zijn niet getraind om een mens te zien als meer dan zijn fysieke probleem. In het voorbeeld kwam de man voor zijn knie. Maar de dokter zag een mens voor hem zitten, niet alleen een knie, en dat was de redding. Het werkelijke probleem werd aangepakt. Dat zou veel vaker op deze manier moeten gebeuren.”
Zes pijlers
“Ook de nazorg schiet schromelijk te kort. Die zou moeten voldoen aan zes pijlers: fysieke en mentale gezondheid, spirituele gezondheid, sociaal en dagelijks functioneren en kwaliteit van leven. Al deze aspecten zou ik meenemen in het behandelingstraject.”
Want na de operatie kunnen mensen niet meer terug naar hoe het daarvoor was. Het oude ik is voorbij. Een nieuw ik ontstaat. “En daar moeten mensen bij begeleid worden. Dat nieuwe ik vereist een gedragsverandering, en een verandering van instelling. Dat kunnen veel mensen niet alleen. Bovendien moet ook hun omgeving, werk en thuis, doordrongen zijn van dat nieuwe ik van de geopereerde. Als de patiënt na de operatie thuiskomt, is hij aangewezen op zijn gezin, zijn familie. De patiënt zelf moet zich aan zijn of haar nieuwe rol aanpassen, maar het gezin moet dat ook. Je bent fragiel, breekbaar, kwetsbaar, niet meer de sterke persoon van vroeger.”
Samen
“Gezamenlijk kijken naar wat wel kan, wat goed voelt, zal iemand sneller met plezier kunnen re-integreren. Misschien past een andere functie beter. Wellicht is concentratie een uitdaging, zal de belastbaarheid fysiek eerst aangepast moeten worden. In praktijk blijkt het samen optrekken een essentieel onderdeel in een succesvol herstel. Het helpt bij het accepteren van de nieuwe persoon die men geworden is.”
“Het ligt ook vaak bij de mens zelf. Mensen willen het liefst terug naar de oude situatie. De oude comfort zone. Hun oude identiteit. Maar die bestaat niet meer, wat vaak leidt tot wanhoop. De begeleiding zou kunnen helpen bij het vinden van een nieuwe identiteit. Als je terug wilt naar je werk, kun je niet meer zo zwaar tillen als vroeger. Als je achter de computer werkt aan statistieken, dan speelt het gedeeltelijke geheugenverlies je wellicht parten. Zo maar wat voorbeelden. Mensen moeten daarvoor begrip hebben, dus ook voor je omgeving is begeleiding nodig.”
Bang
“Mensen zijn vaak bang hun nieuwe ik te ervaren. Alles moet opnieuw worden geleerd. Oude ingesleten gewoonten moeten dringend worden veranderd. Dat maakt het nieuwe ik voor veel mensen onveilig. Des te belangrijker is het tijdig nieuwe gedragsaanwijzingen duidelijk te maken, zodat je snel sterk wordt en je nieuwe ik kunt omarmen.”
Slang
“Zie het als een slang die van huid verwisselt. Je trekt je oude winterjas uit, past een nieuwe zomerjas aan. Maar het voelt nog koud, misschien. Je voelt je niet op je gemak in die nieuwe jas. Verlangt naar vroeger. Dat maakt het belangrijk dat je gesprekken kunt voeren met een coach. Alleen revalideren is niet genoeg. Veel mensen voelen zich schuldig of voelen zich slachtoffer. Ze vragen: waarom ik? Zolang ze daarin blijven hangen, vechten ze niet met nieuw elan voor hun nieuwe ik, hun nieuwe identiteit.”
Ehsan schreef hierover in zijn boek Als het leven stilstaat, verkrijgbaar bij de betere boekhandel en bol.com.
Tekst: Henri Haenen
Beeld: Ehsan Natour
Zie ook: Nieuws – Stichting Stilgezet
Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.
Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.