default-header

Hartklep ervaringen OLVG

#93779
Anoniem
Inactief

Dinsdag 11 december wordt ik opgenomen op de afdeling thoraxchirurgie van het OLVG in Amsterdam, voor de operatie de volgende dag. Als alles goed gaat krijg ik een mini-AVR. Een klein sneetje boven mijn rechterborst van 8 tot 10 cm. Dokter Hinduri doet deze operaties pas vanaf april, en ik ben een van de gelukkigen.

Ik mag op een kamer alleen, maar al gauw ben ik daar niet meer blij mee. Een super klein hokje , waar één stoel in past, geen tafeltje, en geen douche. Daarvoor moet ik toch de gang op, en eten moet in bed.

Het licht op de wc is kapot, de tv blijkt na herhaaldelijk vragen kapot te zijn. Dit antwoord krijg ik uiteindelijk ‘s avonds dus niemand kan hem meer maken. Blijkt al weken zo te zijn. Er komt een paar keer een ons mannetje binnen die al mijn kasten nazoekt, want zijn vrouw is hier net overleden, en ze zijn wat kwijt. Ik laat het maar gebeuren.

‘S middags worden we met vier andere hart-ok patiënten in de koffiekamer gebracht waar we voorlichting krijgen over wat ons morgen te wachten staat. Een praktische beslissing, maar voor mij niet fijn. Zoals vaak neem één van de patiënten veel tijd en aandacht in ik laat mijn vragen maar voor wat het is. Sommigen vragen had ik ook liever privé gesteld. 

Voor de rest zit je de hele dag op je kamertje te wachten, niet wetend waarop. Je mankeert nog niets, dus er komt ook niemand binnen.

‘S avonds komt er een bordje nassi, absoluut uit blik, met een soort van drapje ernaast, wat niet warm en niet koud is. Ik heb geen honger, dus ik laat het staan. Jammer dat ik niet wat rauwkost kan krijgen.

De volgende dag ben ik om 12 uur aan de beurt, dus de ochtend duurt lang. Douchen met ontsmettingsmiddel en een ok jasje aan. Vreemd genoeg ben ik niet nerveus. Laat het maar gebeuren.  Het valt op dat er geen enkele aandacht wordt besteed aan me, er komt niemand even binnen.

Op het moment dat ik opgehaald wordt door de beddenservice, krijg ik een kalmerend tabletje, geen idee wat het is, het is al uitgepakt. Kan het ook niet meer vragen, de zuster is al weer weg.

Ik wordt door lange ziekenhuisgangen gereden en achtergelaten in een soort van voorportaal van de ok. Er liggen nog drie anderen te wachten. Het voelt als een parkeerplaats waar ik ingereden wordt.

Dan gaat het ineens snel, na een kwartiertje. Ik wordt de ok opgereden en allerlei armen beginnen aan mij te trekken. Er moet van alles in mijn lichaam aangebracht worden, en ik ben alleen maar bang dat ik van dat smalle tafeltje afval. Even herken ik dokter Hinduri die mij geruststellend toeknikt , ik zie een neuskapje op me afkomen en val in een gat.

Ik word wakker op de IC en dat blijkt achteraf de mooiste plek geweest te zijn van mijn hele avontuur.

Ik hoor heel in de verte de vertrouwde stem van mijn lieve man en mijn dochter. Ik ben er weer en ben superblij. Een lange infuuslijn in mijn hals, een drain onder mijn rechterborst, een draad in mijn borst voor de pacemaker, een infuus links en een infuus rechts. Ik word beademd, iets waar ik superbang voor was, echter geen hinder van gehad. Gebarentaal ging goed. Ik heb een catheter voor de urine en een constante thermometer in mijn anus en een hevel in mijn maag. 

Ik voel me prima en vooral comfortabel . Een hele fijne alerte verpleegkundige voor mij alleen. De patiënt naast mij heeft ook een eigen verpleegkundige. Ze is lief, zorgzaam en leest elke wens van mijn lippen. Ik heb honger en vraag om een bakje vla. Meteen krijg ik dat, en spuug het ook weer uit. Als ik suggereer dat ik juist misselijk wordt van de hevel haalt ze hem er meteen uit. Heerlijk, ik voel me prima.

Mijn man en dochter zijn een paar uur bij me geweest, het leek veel korter. Ik mis veel stukken.

Ik breng de nacht door met slokjes water, bakje vla en heel veel liefde, en slaapjes. 

‘S morgens vroeg halen ze al wat meer slangen weg, en mag ik op de stoel zitten. Geen probleem ik zit als een vorst. 

Om tien uur wordt ik opgehaald om naar de afdeling te gaan. Dat was wel even wennen, wat een verschil.

Ik wordt op een piepklein kamertje gezet, met bed staat dwars op het voeteneind van een vriendelijke oudere Marokkaan, maar ik ben zó preuts, dat ik, nog in mijn ok hemdje zonder verder iets, me niet durf te bewegen. De Marokkaan zit op een meter van me af naar me te kijken, en het ziet er naar uit dat dit zijn vaste plek is, ik kan geen kant op. 

Als de dokter me adviseert dat ik dat met de zusters moet bespreken, breek ik voor het eerst. Ik ben net geopereerd, en voel me te zwak om voor mezelf op te komen, en de frequentie waarop ik op deze afdeling een zuster tegenkom, voorspelt niet veel goeds. Ik smeek de dokter iets voor me te regelen .

Tien minuten later wordt ik door een kribbige zuster opgehaald die mij mededeelt dat ik dan maar op zaal moet liggen. Geen probleem, alles beter dan dit.

Ik krijg handen vol met medicijnen, waar niemand een uitleg over geeft, ik slik het maar. Voor het slapen nog een Fraxiparinespuitje, antistolling. Ik vraag hoe lang ik die moet gebruiken. Dat blijkt een paar weken te zijn. Ik krijg ze volgens haar mee naar huis. Ik ben verpleegkundige dus dat moet geen probleem zijn.

Na twee nachten blijkt ook dit gestopt te zijn, echter niemand weet er iets van en kan mij het beleid uitleggen.

Er komt een man naast mij te liggen met een flink delirium. Daar kan hij niets aan doen, maar dat wens je niemand toe die zelf net geopereerd is. Minstens zes keer die nacht liep hij om mijn bed te wandelen, met zijn drain en zijn urinezak in de handen in zijn blote nakie. Heeft die nacht net zo vaak zijn koffer in en uitgepakt want hij wilde naar huis. Ook zijn bed is vele malen opgemaakt en afgehaald omdat hij netjes wilde slapen. Ik was ten einde raad, de zuster kwam alleen als je belde, en dat wilde ik niet steeds.

Om zes uur kwam de eerste zuster op zaal. Ik was inmiddels in tranen. Ik vertelde zo zacht mogelijk hoe het was om naast die man te liggen, maar haar reactie versloeg alles. Hoe onaardig van mij om daar over te klagen waar hij bij was, hij kon er toch ook niets aan doen? Ik vroeg haar hoe ik het anders moest zeggen, ik zag haar voor het eerst.

Toen de dagdienst om half negen kwam, bleek ook die ingelicht te zijn over het voorval, en de broeder vond het nodig mij nog eens aan te spreken over het feit dat ik had gezegd dat ik niet had geslapen door de drukke buurman. Er was duidelijk over gesproken tijdens de overdracht.

Wat voelde ik me ongelukkig , ik had pijn, sliep niet en er was geen verpleegkundige die even lief was. Die vroeg hoe het ging. Pijnstilling bestond uit paracetamol. Men beloofde iets sterkers als het niet hielp, maar meestal kreeg je toch weer paracetamol, omdat dat eerste keus was. Protocol, ik kan het woord niet meer horen. 

De tweede nacht was mij beloofd om tien uur, dat ik iets sterkers zou krijgen als de paracetamol niet hielp. Om vier uur trok ik de stoute schoenen aan ben ben zo goed en zo kwaad als het ging op de donkere gang op zoek naar een verpleegkundige. Ze zaten in hun nachthokje met de voeten op tafel en ik huilde bijna toen ik vertelde dat ik zo’n pijn had. Ze stond tergend langzaam op en gooide over de tafel twee paracetamol naar me toe. Ik durfde bijna niet meer, maar vertelde dat mij iets sterkers was beloofd als dit niet hielp. Ze begon over protocollen en zo, en dat dat 6 uur geleden was, dus moest ik eerst de paracetamol weer proberen. Ik schuifelde weg en vertelde dat ik dan helaas iets uit mijn eigen voorraad zou nemen. Ze riep nog dat dat niet de bedoeling was, maar ik deed maar of ik dat niet hoorde.

Hierdoor heb ik bijna elke dag gevraagd of ik naar huis mocht, dat ik zo’n heimwee had. Dat zullen ze niet leuk hebben gevonden.

Hulde aan een hele lieve buitenlandse dame van de huishouding. Elke dag vrolijk, kwam even bij mijn bed staan, en altijd een aardig woordje. Ik vroeg maar zo weinig, het is toch zo eenvoudig.

Zondagavond de vijfde dag werd mij vanaf de deuropening verteld dat ik de volgende morgen met de ambulance naar mijn eigen ziekenhuis mocht gaan. Dat bleek achteraf ook mijn ontslaggesprek te zijn geweest.

Niemand (!) heeft naar mijn wonden gekeken, of ook maar gevraagd. Ik bleek een allergie te hebben voor oplosbare hechtingen, die wonden zijn tot op vandaag, drie en halve week verder, nog gapend open. Na twee weken hebben wij opgebeld, toen heeft de chirurg er naar gekeken, en alsnog oplosbare hechtingen eruit gepulkt. Het zal nog lang duren, en een paar lelijke littekens geven.  

Ook de fysio, die in het voorlichtingsgesprek beloofde langs ge komen, heb ik niet gezien. 

Een pijnscore werd in de computer gezet, maar wij als patiënten constateerden dat het niet uitmaakte welk cijfer je gaf, tussen de 1 en 10, het had geen enkele consequentie. Als er maar wat ingevuld werd. Pijn was Paracetamol, klaar. Één verpleegkundige had zelfs een 5 ingevuld, zonder het aan mij te vragen.

De hulp bij het wassen had bestaan uit een pakje natte doekjes waar je je een beetje mee kon opfrissen. Voor mijn gevoel met gevaar voor eigen leven ben ik dus zelf gaan douchen. Een heel karwei, met alle draden en slangen die je nog meetorst. Was kapot daarna en heb twee uur geslapen. 

Ik heb me regelmatig afgevraagd waarom de verpleegkundigen zo met ons om gaan. Er word vaak gezegd dat ze het zo druk hebben, maar waarmee dan? 

Na de pillen om zes uur (!)’s morgens zag ik ze niet meer. Wel de koffie en thee kar en de boterhammen, maar geen verpleegkundigen.

Ik wilde een wond laten zien, hechtingen, iets vragen over medicatie, of onderzoeken. Je wordt op de gekste momenten opgehaald door patiëntenvervoer  voor allerlei onderzoeken, maar niemand kondig het aan of legt het uit. Het is elke keer de vraag wanneer , wat en hoe laat. Uitslagen worden ook niet gegeven, als je er niet flink over doorvraagt. 

 

Kortom, als ik nog eens zo’n operatie zou moeten ondergaan , ter geruststelling zou ik daar niet nerveus over zijn, het is me alles meegevallen. (Behalve de open wonden, waar ik veel pech mee heb gehad. ). Maar of ik weer naar het OLVG zou gaan? Ik hoop voor iedereen dat ik het toevallig slecht heb getroffen, maar denk toch dat ik zou kiezen voor een ander ziekenhuis.

 

We lezen nu met open mond de prachtige folder die op internet staat van het UMCG. Wat een mooie praktische voorlichting, alle antwoorden op onze vragen van de afgelopen drie weken staan daar in. Als ik die eerder had gehad, dan zou ik me een stuk minder zorgen maken, en was ik veel beter voorbereid geweest.